Sleners in de spotlight:

afscheid Tafeltje-dek-je 

Klazienus Eising en Jan Rutgers

Met het bundeltje licht van de spotlight doen we sommige mensen te kort. Ze hebben de volle schijnwerpers verdient. Dit geldt zeker voor Klazienus Eising die zich 27 jaar lang heeft ingezet voor Tafeltje-dek-je. Later opgevolgd door Jan Rutgers. Met ons drieën zitten we gemoedelijk aan tafel.  

Graag willen we wat meer aan de weet komen over hun ‘dienstjaren’ bij Tafeltje-dek-je. Als geboren Slener (1933) is Klazienus bekend bij vele dorpelingen. Lang is hij door het leven gegaan als ’t Jonkie van Eising, ter onderscheiding van meerdere Klazienussen. Jan Rutgers heeft gewerkt als scheepwerktuigkundige, in vroeger tijd noemde men dit machinist, op de ‘De grote vaart'. De liefde bracht hem naar de vaste wal. Via werkzaamheden bij Pegem, DSM en Akzo in Nijmegen en Emmen is de familie Rutgers in1974 in Sleen komen te wonen.

Na de lagere school was het de bedoeling dat Klazienus naar de mulo in Emmen zou gaan. Volgens de meester had hij een helder koppie. Maar ’t jonkie lag dwars en had het na een jaar wel gezien. Bakker worden, dat leek hem wel wat. Vroeg in de morgen stoet bakken, vervolgens venten en ’s middags weer in de bakkerij om koek, banket enz. in de schappen te krijgen. Klazienus werd bakker en bleef bakker tot zijn pensioen.

Begin jaren tachtig werd Tafeltje-dek-je in het leven geroepen en onze bakker werd in 1983 een van de eerste vrijwilligers. De maaltijden werden gekookt in 'Het Ellertsveld’ te Schoonoord. Drie keer in de week werd er bezorgd in gamellen. De klant kreeg dan een dubbele portie, bedoeld voor twee dagen. Dat je dan twee dagen achter elkaar sperziebonen, spruiten of macaroni at was geen punt. Naast het bezorgen van maaltijden was Eising ook verantwoordelijk voor de coördinatie. D.w.z. bezorgroosters samenstellen, routes uitstippelen, rekeningen schrijven, (in het begin) contact met de keuken, bij ziekte of andere afwezigheid vervangende bezorgers zien te vinden, lukte dat niet, viel hijzelf in, (na zijn pensionering) klachten behandelen. “Soms terecht maar ook vaak gemekker, zeurders zijn van alle tijd", lacht Klazienus. Toen hij 75 jaar werd, gaf Eising te kennen dat hij het voor gezien hield. Het was welletjes geweest na 27 jaar.

Jan Rutgers was bereid zijn taken over te nemen. Ook Jan had daarvoor ook al heel wat jaren gereden. Jan gaf aan dat de ploegendienst bij de Akzo hem in de gelegenheid stelde ook van tijd tot tijd te kunnen bezorgen. Een maaltijd kostte destijds Fl. 3,80 (drie gulden en tachtig cent). ’t Haantje viel in de beginperiode ook binnen het verzorgingsgebied. De verstrekking van maaltijden werd later overgenomen door ‘De Korenhof’ in Zweeloo. Een aantal dorpen kwamen hier bij elkaar om de warme hap te halen, een gezellige boel. Gamellen waren inmiddels vervangen door isolerende kunststof dozen met vakverdeling, die zich gemakkelijk laten stapelen.

Leuke herinneringen werden opgehaald door de twee. Die keer dat een chauffeur een noodstop moest maken (nog in de gamellen tijd) de zuurkool aan het hemeltje hing en de snert tussen het gas en rempedaal dreef.

Dat een klant belde en zijn waardering uitsprak over de bezorger die de tijd nam nog even te kletsen maar het volle menubakje weer mee terug nam en de lege liet staan. Nog een aardig voorval. Het was extreem slecht weer, ijzel, harde wind en veel takken op de weg. Een bezorger liet weten dat hij onder deze omstandigheden niet durfde rijden. Mevrouw Siderius, burgermeestervrouw, ook betrokken bij Tafeltje-dek-je, hoorde hiervan. “We kunnen deze mensen toch niet zonder eten laten zitten meneer Eising, zullen wij dan samen maar gaan rijden?" En zo geschiedde. Glibberend en glijdend kwamen ze na twee uur weer thuis met twee repen chocolade, gekregen als dank van een bejaarde dame.

Tenslotte kwam de bezorging voor Sleen e.o. in ‘De Schoel’. Vanuit hier werd er gereden met twee routes; Sleen 1 en Sleen 2.

Nadrukkelijk werd door Eising en Rutgers gewezen op de goedwillende en prettige samenwerking met het personeel van alle drie instellingen. Of het nu Het Ellertsveld, De Korenhof of De Schoel was, de soep stond altijd klaar voor de bezorgers, als opkikker voor tussen de middag.

Tekst: Ben Offringa

Foto’s: Guido Hansman  

Persoonlijk naschrift Ben Offringa:

Tafeltje-dek-je bezorgers, waar mijn vrouw en ik ook toebehoren, werden maandagmiddag 17 maart om half vier verwacht in ‘De Schoel’. Dit om het beëindigen van maaltijdbezorging te onderstrepen. Het ontvangstcomité bestond uit de heren: W. Hulshoff, Unie manager facilitaire dienst-sector 3- bij Leveste Care, heer Chr.G. Hofs, accountmanager voeding, ook in dienst bij Leveste Care en heer M. Borkes, verkoopleider Ding-Dong (onderdeel Distrivers.) Later in de middag nog bijgestaan door de heer P. Kerssies, directeur Welzijn 2000. Elkaar in de rede vallend, brachten de heren hetzelfde verhaal als vrijdag de dertiende december jl.

Geen enkele referentie naar het ontstaan van deze vrijwilligershulp. Geen naam werd genoemd van oud gedienden die zich tientallen jaren hebben ingezet. Klazienus Eising, die als coördinator 27 jaar jaren zorg heeft gedragen voor het bezorgen van maaltijden en nota bene een verdieping hoger woont dan waar de bijeenkomst plaats vond in ‘De Schoel', werd zelfs niet genoemd laat staan dat hij uitgenodigd was voor deze middag. Vrijwilligers zijn geen mensen die staan te wachten op schouderklopjes maar een erkenning zou op z’n plaats geweest zijn. Met de vage toezegging dat er nog een brief gestuurd zou worden voor een ‘gezellige avond’ in december, gingen we weer huiswaarts.  Al met al een teleurstellende afsluiting voor veel mensen.

Gelukkig telt de zorg ook veel betrokken mensen.

P.S.: Tot grote verbazing van menigeen lag er vrijdag 2 mei een brief in de bus met een uitnodiging voor (nog) een bijeenkomst vrijwilligers maaltijdvoorziening ‘s middags 16 mei aanstaande in ‘De Schoel ’ met een hapje en een drankje. Misschien lucht gekregen van de onvrede bij veel mensen op die maandagmiddag in maart!