Columns

Smileys

Een jaar of tien geleden was ik genomineerd voor een titel. Voor de krant was dat een reden om mij te interviewen voor de rubriek Van Dichtbij. Aan de hand van een vaststaande riedel aan vragen en een foto van wel heeeeel dichtbij kwam men zo meer over mij te weten. Bij de vraag ‘Wat is uw grootste zonde?’ wilde ik als toch wel braaf meisje niet de vuile was buiten hangen, maar ik moest antwoorden.

Summer of Love

17 maart 2021, alweer zo’n beetje een jaar Covid in Nederland. Een jaar dat ook weer voorbij lijkt te zijn gevlogen. Eerst lachten we nog om die rare Chinezen. Wie eet er ook een gebakken vleermuisje, een hamburgertje speciaal smaakt stukken beter. Inmiddels weten we wel beter. Iedereen ziet er tegenwoordig uit als een “Boris boef” met die mondkapjes. Ik moet wel zeggen dat sommige mensen er beter uitzien met, dan zonder mondkapje.

De stamboom

Natuurlijk weet ik me de storm van 1976 nog goed te herinneren. Het was het eerste jaar dat ik geen uilskuiken meer was maar zelfstandige uil. Ik moest me zelf redden en dat was met die wind niet eenvoudig. Ik had een mooi plekje tegen de stam van een boom op een dikke tak met redelijk wat beschutting tegen de wind. Ik dacht dus wel veilig te zijn. Totdat net naast me met veel geraas die Eik om viel.

Coupe Eerenstein

Vannacht zat ik bij de kapper. Ik denk dat ik een jaar of 8 was, dus begin jaren ’60. Vroeger ging je naar de kapper omdat je haar te lang werd. Tenminste, dat vond je moeder altijd. Je ging niet naar de kapper om je haar te stylen of zoiets. Haarmode was nog niet uitgevonden. Ja, je had de nozems met hun vetkuiven, maar dat was voor jongens die al een brommer hadden. En rolmodellen zoals The Beatles waren van latere datum.

Aovondklok

Geert en ik hebt verleden week, net as de mieste welwillende Nederlanders, met ontsteltenis keken naor de bielden van plunderings en vernielzucht tiedens de eerste aovonds dat de aovondklok zien intrede dee. Geert wol ze wal deur de televisie hen trekken, zo hellig wuur e. “Zie muzzen ze almaol de bienen breken!” ruup e. “En wat bint ’t ok nog veur snötneuzen. Almaol van de puberjongies met kapuchons op

Stilte voor de storm

Weinig te beleven in ons dorp. Het is stil op straat, stil in MFC De Brink, stil in de kroegen, in de sportgebouwen, stil om ons heen, stil in mij. Is het stilte voor de storm? Dat moment van intense rust, de wind is weg, de vogels zingen niet… de atmosfeer is onstabiel.
Uit welke hoek waait die storm straks?

Mosselen

De pedalen gaan in gestaag tempo rond. De ketting draait vrijwel onhoorbaar over de tandwielen. Het achterwiel snort als een spinnende kat. Een aantal keren per week mijn bezigheid van een uur. Daarom ook had het eigenlijk niet over mosselen moeten gaan maar de titel had moeten zijn “lof der saaiheid”. Want mijn racefiets staat geklemd in een Tacx, zo’n ding waar je het achterwiel klem in zet.

Vroeger

Dinsdag, 22 december 2020, het is nog maar vier uur in de middag. En nu al miezerig en donker. Wanneer ik niet zo’n optimist zou zijn dan zou ik er acuut depressief van worden. Vooral in deze pandemische tijden zonder een gezellige borrel bij het haardvuur met een grote schare vrolijke familie en vrienden. Nou ja twee of drie mag je nog wel bij de huiselijke haard ontvangen geloof ik.

Meer tied veur pils

‘Meneer, u moet een winkelmandje meenemen.’ Ik loop in Nieuw-Amsterdam de Big Bazar binnen met de vraag of ze er ook aanstekers verkopen. Sinds de Slener Bazar alleen nog maar gitaren verkoopt, moet je voor bazarartikelen tegenwoordig naar Nieuw-Amsterdam. Niet dat je in Sleen geen aansteker kunt kopen, maar in een bazar koop je makkelijk drie exemplaren voor de prijs van één exemplaar in onze plaatselijke supermarkt.

Jan Ab

Wij kunt niet aans zeggen as dat er flink reuring is in de bodem in- en rondum Slien. De umsniedingsweg hef een neie jas ankregen met een neie rotonde, en een veilige ofslag de Bannerschultestraot op, de glasvezelkabel komp er an vanof de Klenckerstraot, en dan natuurlijk de graverij naor granaten van Jan Ab. Jan Heeling bedoel ik, maar old Sliener kent hum as Jan van Ab Heeling, Jan Ab dus.

Gezegend is het land

Halverwege Noord-Sleen kwam een troep marechaussees te paard de weg af, de stoet volk tegemoet. De mannen, vrouwen, kinderen sleepten zich hijgend, zwijgend en bevend naar het gemeentehuis in Sleen. Hun grauwe gezichten waren vuil van stof, straaltjes bloed liepen langs hun wangen, hun kleren hingen verscheurd aan hun slappe, uitgeputte lijven.

De Vogelbuurt

Het is weer herfst, de blaadjes vallen, in rode bruine en gele kleuren, van de bomen. Paddenstoelen schieten met grote hoeveelheden links en rechts uit de grond. En tja, die sporen zeker. Da’s toch wel wat anders dan met het C-virus want dat spoort echt niet. Die vermeerderen zich wereldwijd van mens tot mens met een enorme snelheid. Zo snel zelfs dat het konijn, na de copulatie, groen zou zien van pure jaloezie.

Leeg of vol

De laatste dagen moet ik veel denken aan het gezegde: “het glas is half leeg of het glas is half vol”. Half leeg heeft daar in deze tijd meestal wel de overhand bij.
De sfeer van optimisme die gedurende de zomermaanden weer wat terug kwam, lijkt helemaal verdwenen. Klein en groot leed is weer aan de orde van de dag.
Berichten over overvolle ziekenhuizen en een grote toename van besmettingen is het landelijke beeld wat de oorzaak is tot opnieuw strenge maatregelen.

En iedereen kent ook wel het kleine leed wat door de maatregelen ontstaat. Zoonlief die veertig wordt is maar gestopt met het voorbereiden van een feest. En ook de andere verjaardagen in ons gezin worden dit jaar over geslagen.

Zand erover

Vorige week kwam aan het licht dat er aan de Heirweg in Sleen ter hoogte van de Broekveldstraat tientallen granaten onder de grond liggen. Die granaten waren van het Nederlandse leger en hoorden bij het antitankgeschut dat daar stond opgesteld om de Duitsers, die naar verwachting via Erm naar Sleen zouden doorstoten, een warm onthaal te geven. De Duitsers kwamen echter via Noord-Sleen.

De VRBCHLES

Eigenlijk wil mien Geert nog niet hebben dat ik er over proot, want hie hef alles nog lang niet op de rit, maar ik doet’t toch even.
Weej wat’t is? Wat mien Geert in de kop hef, dat hef e niet in…nou ja, ij weet ’t wal. En dan kan ik roepen wat ik wil, maar daor döt e dan niks meer op. In dat stadium zit e nou met zien “grootse plannen”. Er bint vast wal welken die mien Geert half staon wilt, of die hum zien plannen juust wilt ofraoden, met goeie argumenten.

Complot

Iedereen is wel een beetje vatbaar voor complotdenken, voor de opvatting dat een bepaalde gebeurtenis, ontwikkeling of toestand het resultaat is van een samenzwering. We willen immers weten waarom dingen gaan zoals ze gaan, want anders is het leven ingewikkeld, willekeurig en onzeker. Helemaal als er sprake is van weinig transparantie, er weinig gegevens voorhanden zijn en er dus flink op los gespeculeerd kan worden.

Duslectisch

Nou ja kijk, natuurlijk weet ik dat het woord niet klopt. Als je het met de pc typt dan komt er zo’n rood kringeltje onder. Signaal dat het een fout is. Natuurlijk moet het dyslectisch zijn.
Het rode kringeltje waarschuwt voor de fout. Voor het begin van dit verhaal en voor de kringeltjes onder de woorden die fout getypt worden moeten we even terug in de tijd.

Vakantie gevoel

De zon staat weer lekker te schijnen aan een fijne strakke blauwe lucht. Het temperatuurtje is inmiddels opgelopen naar 27 graden. De jongens en meisjes van het weer voorspellen een hittegolfje van wel 9 dagen op rij. Toch kriebelt het wel weer om op vakantie te gaan, lekker naar Zuid Frankrijk. En dan op zo’n terrasje tussen eeuwenoude gebouwen een koud drankje te nuttigen. Helaas rukt het virus weer op dus de twijfel om te gaan wordt steeds meer een punt.

Beeldentuin

Jaren geleden was ik in Estland met de jongens van de Super Nova: het zeiljacht van kapitein Withaar. Het was ruim vijftien jaar na de onafhankelijkheid. In 1991 werd Estland een soevereine democratische republiek. Daarvoor was Estland bezet door de Russen, die het in 1944 hadden ingelijfd. Even buiten de hoofdstad Tallinn stond een museum. Een statig gebouw, dat op de dag dat wij er waren gesloten bleek te zijn.

Leeg hoes in de straot..

Bij oes in de straot stiet een hoes leeg. De leste bewoner wuur de tuun te groot. De drup die bij hum de emmer luut overlopen was zien zitmeijer die der met oetscheide. Hie kreeg al vlot een kleiner hoes toewezen deur de woningstichting en daor is e ok al hen verhoesd. Hie is nog gien vittien dagen vort en non liekt het al zun haveloos zaakien….onkruud in de oprit, fossen gres die overal welig tiert..