Struisvogelpolitiek

Je komt de laatste tijd overal de omgekeerde Nederlandse driekleur tegen, het symbool van de boerenopstand tegen het stikstofbeleid. Niet alleen op boerenland of boerenerf, maar ook op bomen, lantaarnpalen, viaducten en andere plekken in de openbare ruimte. Blijkbaar vinden boeren dat ze die openbare ruimte kunnen claimen voor hun protest. Net zoals ze vinden dat er met trekkers op autosnelwegen mag worden gereden en dat ze op die wegen blokkades mogen opwerpen met allerhande rotzooi.

Het doel heiligt de middelen en het doel is dat het stikstofplan van tafel moet. Met name melkveebedrijven zullen, als dit plan wordt uitgevoerd, moeten inkrimpen of noodgedwongen moeten stoppen. Op een andere manier gaan produceren zou ook kunnen, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Toch zijn er boeren die dat al doen en met succes. Kleinschaliger en milieubewuster. Zij zagen dat toenemende schaalvergroting een race naar het einde zou betekenen.

Veel boeren zijn tijdens die race overigens al lang afgevallen. Die moesten iets anders gaan doen, omdat ze de investeringen die schaalvergroting met zich meebrengt niet konden opbrengen. Geen krediet meer van de Rabobank, weggeconcurreerd door collega’s. Hadden waarschijnlijk ook graag boer willen blijven. Net als de jonge boeren van nu die het voortbestaan van hun bedrijf en het boerenleven door de stikstofplannen in gevaar zien komen. Ik bedoel maar, er zijn onderweg al veel slachtoffers gevallen. Maar daar heeft niemand zich druk over gemaakt. Dat is marktwerking. De macht van het kapitaal en de agro-industrie doen de rest. Dáár zitten de grootverdieners: de bank, de veevoederleveranciers, de zuivelindustrie en de slachterijen. Die hebben geen belang bij krimp. Hoe groter hoe meer er verdiend wordt. Dat dat ten koste gaat van onze leefomgeving?

 Nee, dat is hun probleem niet. Daarvoor moet je bij de boeren zijn. En de boeren schuiven het probleem door naar de overheid, want die heeft het stikstofprobleem de wereld in geholpen. Stikstofplan weg, probleem opgelost. Maar zo simpel is het niet. Je kunt niet eindeloos doorgaan met het om zeep helpen van de biodiversiteit. En dat geldt uiteraard niet alleen voor de boeren, maar ook voor de industrie en voor onszelf als consumerende veelvraten die bovendien niet te veel voor onze boodschappen willen betalen. Het moet allemaal een beetje minder om de planeet de kans te geven te overleven. Veel mensen sympathiseren met de boeren door ook een vlag op de kop uit te steken. Die steun is leuk voor de boeren. Tenslotte zijn zij het slachtoffer geworden van politieke besluitvorming en commerciële belangen. Maar hypocriet is het wel, want daarmee steek je tegelijk je kop in het zand.

Harm Jan Geugies

Naar archief