Ondernemersflits: Spreekcomfort Logopedie

Regelmatig staat een ondernemer uit Sleen e.o. centraal in de rubriek 'Ondernemersflits'. Alle ondernemers die een vermelding hebben bij 'Ondernemers' op sleen.nu komen voor deze rubriek in aanmerking.

9 oktober 2020

Logopedie? Het gaat eigenlijk om communicatie

Sinds ruim een jaar heeft Jettchen Medema een logopediepraktijk in Sleen, aan de Brink 6. Overigens daar niet alleen: ook in Gasselternijveen en Emmen timmert ze aan de weg met haar bedrijf ‘Spreekcomfort Logopedie’, met specialisatie in stotteren en gehoor.

Carrièreswitch
Jettchen werkte jarenlang als financieel medewerker toen ze ‘opeens’ besefte dat bij logopedie haar hart lag. En ze vol overgave een carrièreswitch maakte.

Dat ‘opeens’ is achteraf goed te verklaren. Als kind stotterde ze zelf ook, gelukkig wist ze dat rond haar 16e jaar om te buigen naar vloeiend spreken. Dankzij een speciale therapie, de Doetinchemse Methode. Mooi, opgelost, en ze ging verder met haar leven. Tot de geboorte van hun tweede kind, nu 17 jaar geleden: Gijs bleek doof en slechtziend en bleef achter in zijn ontwikkeling. Voor hulp kwam een logopediste aan huis en toen wist ze het opeens zeker: “Dit is belangrijk, dit wil ik gaan doen."

Spreken = communicatie
Dus met een druk gezin met twee jonge kinderen en ook nog een deeltijdbaan startte Jettchen met de vier jaar durende voltijdopleiding logopedie. Die ze vervolgens in 2011 succesvol kon afsluiten. Daarna volgde nog specialisatie in stotteren, leerde ze gebarentaal en nog steeds volgt ze jaarlijks verdiepende trainingen op diverse vlakken binnen haar vakgebied. Ze werkte bij diverse praktijken en bij het speciaal onderwijs. In 2018 zette ze haar eigen praktijk op.

Jettchen: “Spreken gaat over communicatie, verbinding met elkaar kunnen hebben. Als daar om wat voor reden dan ook een hapering in zit, dan kunnen er problemen ontstaan. Op sociaal gebied, want isolement dreigt, maar misschien komen er ook in de werkomgeving problemen. En ik wil graag helpen om daar verbetering in te brengen.” Logopedie gaat overigens niet alleen over spreken: maar ook taal, begrip, horen, lezen, ademen, slikken en stemgebruik zijn belangrijke elementen.

Wie zijn haar klanten?
De klanten die haar hulp zoeken zijn zeer divers, net als overigens hun klachten. Het varieert van kinderen vanaf een jaar of twee tot senioren boven de 70 jaar. “De taalgevoelige periode voor kinderen ligt tussen hun 0e en 6e jaar: daarin moet héél veel gebeuren. Gelukkig gaat dat vaak vanzelf goed, maar vanzelfsprekend is dat niet. Soms lopen kinderen op de één of andere manier vast. En dan geef ik een steuntje in de rug, voor kind en ouders.”
Bij ouderen is het soms al een levenslang slepend probleem met bijvoorbeeld stotteren, dat misschien lijkt te verergeren. Maar ook neurologische aandoeningen, zoals Parkinson, kunnen de spraak lelijk beïnvloeden. “Het is vaak een complex geheel: ik kijk naar het hele plaatje. Het doel is niet altijd oplossen maar wel helpen aan verbetering.

Telefoon opnemen
Ze geeft als voorbeeld een 60-er die altijd al stotterde, daar vrede mee had maar er opeens na een lichte tia wél erge last van kreeg. “Zo erg, dat hij de telefoon niet meer durfde op te nemen. En als je niet meer durft te praten, wordt de wereld wel héél erg klein. Nee, het is niet gelukt om hem vloeiend te laten spreken maar wel dat hij sociale contacten weer aandurfde. Daar gaat het uiteindelijk ook om.”

Een peuter had moeite met klanken maken. Hij probeerde het wel maar hij was onverstaanbaar, zelfs voor zijn ouders. Met heel veel geduld en op speelse wijze tal van oefeningen doen is het Jettchen samen met de ouders gelukt om hem wél verstaanbaar aan het praten te krijgen. “En dat is voor zo’n jochie dan ook zo veel leuker als de omgeving hem begrijpt!”

Een verlegen 8-jarige vond het zó spannend om te praten dat zijn ademing zo ontregeld was van de stress en daardoor een onverstaanbaar “piepstemmetje” kreeg. Wat natuurlijk tot nóg meer stress leidde. “Na ademhalingsoefeningen en letterlijk stevig leren staan, bleek hij tot zijn grote verbazing een veel lagere en duidelijke stem te hebben. Dan zie je zo’n kind groeien in zelfvertrouwen, er durfde te zijn. Een geweldig effect”, zo geniet ze nog na.

Niet alle logopedische klachten zijn op te lossen en niet elke persoon die stottert leert vloeiend spreken. Maar dankzij logopedische behandeling krijgen zij wél de handreiking om er zo goed mogelijk mee om te gaan. Dat alleen al leidt vaak weer tot verbetering. “Ik ben logopediste, dat lijkt soms meer een technische benadering, maar er komen ook psychologische aspecten bij kijken …”

Behandeling
De meeste klanten weten haar zelf te vinden of via doorverwijzing of advies van huisarts of school. Met een verwijzing van de huisarts zijn de kosten verzekerd binnen de basispolis van de ziektekostenverzekeraars. Dat geldt tot 18 jaar. Daarboven hangt het af van de eventueel afgesloten aanvullende verzekering.
“We beginnen met een intake: wát is precies de hulpvraag? Dan volgt een onderzoek en stel ik een behandelplan op. In het algemeen is na een periode van een maand of drie al effect te merken. Als dat niet zo is, dan gaan we verder kijken of iets anders inzetten. Dat kan een andere behandeling zijn, uitbreiding, misschien verder gaan bij een andere collega-specialist of een samenwerking daarmee aangaan. Het is soms zoeken, de oplossing ligt niet altijd pasklaar voor de hand.”

En wat erg belangrijk blijkt: oefenen! Volwassenen zijn meestal erg gemotiveerd en lukt het oefenen wel. Maar kinderen en jongeren motiveren is soms lastig.  “Toch is het een heel belangrijk onderdeel: je moet iets nieuws aanleren en soms iets wat je ‘gewoon’ bent gaan vinden afleren. Dat kost tijd en die moet je daar ook voor nemen.” Steun van partners en ouders blijkt in dit traject erg belangrijk.

Haar spreekkamer is rustig en sober ingericht, wat speelgoed voor kinderen maar verder geen bijzondere dingen. “De mens is zélf het materiaal: de stem zit in hem of haar, dáár werk ik mee.”

Blijven ontwikkelen
Wat ze van haar klanten vraagt – inzet en blijven oefenen – doet Jettchen zelf ook.
Ze geeft het goede voorbeeld om zich binnen haar vakgebied tenminste jaarlijks bij te scholen. Maar kijkt ook verder. Haar interesse in de gebarentaal – als spreken niet lukt – is mede verklaarbaar door de doofheid van haar zoon. “Maar gebarentaal is ook echt een taal, gelukkig komt daar ook steeds meer erkenning voor. Want afgezien van spreken is ook goed horen niet voor iedereen weggelegd!”
En dat je (heel) jong kunt beginnen met gebarentaal blijkt uit de workshops die ze geeft aan jonge ouders: gebarentaal voor baby’s. “Want die kunnen niet praten, maar wél communiceren door hun handjes te gebruiken. Als je als ouder leert om naast de taal ook vaste gebaren te gebruiken voor primaire zaken, dan nemen ook hele jonge kinderen vanaf 8 maanden dit over. Het is een mooie manier van communicatie. Het gaat om elkaar kunnen begrijpen. Daarom vind ik dit vak zo mooi!”

Zie ook: www.spreekcomfort.nl.

Tekst: Marjolein Kaas
Foto's: Henk Steenbergen

Naar archief