Het Dorspgerucht (hoofdstuk 4)

Het Dorspgerucht (hoofdstuk 4)

Een verhaal in Corona tijd van, voor en door inwoners in Sleen. In gang gezet door Teun de Vries. "Ja, wat een mens al niet gaat zoeken in deze tijd, waarin heel veel even niet kan, niet mag. Wat leuks, iets waar anderen misschien ook plezier aan kunnen beleven. Hoe dan precies het idee van Het Dorpsgerucht ontstaat, geen idee eigenlijk."

Het is een heel simpel idee: je begint met een verhaal en schrijft maximaal 5 regels. Dat stuur je via de mail naar een volgende dorpsgenoot met de vraag: vul 5 regels aan en stuur het naar iemand door. En zo ontstaat langzaam maar zeker een verhaal. Waar het over gaat, hoe lang het wordt? Geen idee, dat zal wel blijken!

Lees hieronder het vierde hoofdstuk:

 HET DORPSGERUCHT

             Een verhaal in Corona tijd van, voor en door inwoners in Sleen.

Hoofdstuk 4

Ik ben het spoor volledig bijster. Maar is dat niet een kenmerk van geruchten? Ze stuiteren alle kanten op. Als een verhaal 10 keer is doorverteld en het komt weer terug bij de oorspronkelijke verteller is het een heel ander verhaal geworden. Kortom ik besluit mijn licht op te steken bij de buurman die me er als eerste over had verteld.

Hoofdstuk 2 De buurman
De buurman doet echter alsof hij het niet meer weet. Maar zijn vrouw luistert op de achtergrond mee. En als het volle maan is, beklimt ze om middernacht de eeuwenoude Slener toren. Het schijnt dat bij volle maan allerlei vreemde zaken gebeuren. Binnen in de toren is het pikkedonker, maar een zaklamp geeft licht. Alleen het geluid van de kerkuil is hoorbaar. Maar die vertelt niks. Vies van het stof komt ze, na twee wenteltrappen en vijf ladders te hebben beklommen, boven bij het luik. Het luik piept als het geopend wordt.  Ze kijkt over het dorp. Links, rechts, nog een keer en wat ziet ze?

Nee toch dat kan niet waar zijn… Het is ook wat lastig te zien met het vage schijnsel van de zaklamp, maar het lijkt wel of …. Ondertussen laat de kerkuil weer zijn nachtroep horen. De buurvrouw kruipt nog wat verder zodat ze naast het luik komt te staan. BAM! Met een klap valt het luik dicht. Daar staat ze dan… in het pikkedonker… midden in de nacht…. Met volle maan….. En daor in de verte…. Nu ziet ze het weer; het lijkt wel of het in de richting van de toren komt.

Het komt steeds dichterbij. Groter, groter en groter. En de buurvrouw, daar hoog in de toren, waar ook de kerkuil zich laat horen, deed snel haar zaklamp uit. Want het zal toch niet zijn dat het licht van de zaklamp DE aantrekkingskracht van…… zal zijn. Ze bleef daar roerloos liggen en maakte absoluut geen geluid. En uiteindelijk viel ze in slaap. De volgende morgen werd er op haar schouder geklopt…….Ze opende haar ogen, maar kon door het felle zonlicht niet zien wie daar stond…….  De klokkenluidster? Of toch de …….

Het is de vlaggenist. Er moet worden gevlagd want het is immers 5 mei “Bevrijdingsdag”. Zullen we nu ook bevrijd worden van alle geruchten, complotten en roddel. Als ik in de week daarna naar de winkel fiets, hoor ik weer kinderen spelen op het schoolplein, zoals vanouds. Dat is een gunstig teken en duidt erop dat alles weer ten goede zal keren toch……..

Maar de angst is nog steeds groot onder de mensen. Langzamerhand komt men weer voorzichtig naar buiten. Inmiddels weet iedereen van het gerucht. Kwade tongen beweren dat het “Wapen van Sleen” hiermee te maken heeft. De drie schapenkoppen, bewaakt door twee wilden, die het gerucht met knotsen te lijf gaan. Helaas laat de onzichtbare vijand zich niet verjagen. Na een verloren strijd dropen ze af richting Jongbloedvaart.

Klik hier om het eerste hoofdstuk nog eens te lezen
Klik hier om hoofdstuk 2 terug te lezen
Klik hier voor hoofdstuk 3

Naar archief