Er wordt flink gesnoeid en gekapt in Sleen

Er wordt flink gesnoeid en gekapt in Sleen

De gemeente is momenteel bezig met het onderhoud van bossingels. Daarbij worden bomen gekapt en struiken gesnoeid. Waar nodig wordt ongeveer 30 procent van de beplanting uit de bossingels verwijderd. Het snoei- en kapbeleid roept bij een aantal inwoners van Sleen vragen op.

Af en toe krijgen we een mail over het rigoureuze snoeien van struiken en het omhakken van bomen. De afgelopen tijd bereikten ons hierover meer signalen en daarom gingen we op een aantal plekken kijken wat er gaande is.

Zo ben ik samen met een mailschrijver, Martin de Waard, wonende aan De Goornhoek, eens gaan kijken bij het trambrinkje. Daar was een boom gesnoeid. Een boom die zijn kop al was verloren, maar jaarlijks toch voor nieuw blad met nieuwe uitlopers zorgde. De Waard had 's morgens met een viltstift op de stam de volgende tekst geschreven. 


Naarmate het gesprek voortging zakte de boosheid en keken we naar de mooie bomen die nog overeind staan. Ze zijn in de winter zo mooi tekenend, laten hun echte karakter zien. Daar waren we het over eens.


De stam was inmiddels verpulverd

Dorpsbelangen
Dorpsbelangen is inmiddels ook geïnformeerd, want De Waard staat hierin niet alleen. Afgelopen week had ik een soortgelijk gesprek met een bewoner die ook niets snapte van het kapgedrag. 


Achter de Batingestraat zijn hier - ook ogenschijnlijk mooie gezonde - bomen gekapt en kan men zo door de struiken heen kijken. En steeds meer hoor ik dit soort geluiden om me heen over het rigoureuze snoei- en kapbeleid.

Uitleg gemeente
De gemeente legt op haar website uit hoe het onderhoud van bossingels precies gaat. 

Het onderhoud aan de bossingels bestaat uit het kappen van bomen en het snoeien van struiken. Waar nodig wordt ongeveer 30 % van de beplanting uit de bossingel verwijderd. Door bomen te kappen zorgen we ervoor dat er meer licht valt op de struiken en de beplanting onder de bomen (de zogenoemde struik en kruidlaag). Dat stimuleert de groei en zorgt voor diversiteit. Zowel in plantsoorten als in leeftijd van de beplanting. Jonge bomen krijgen dan ook de kans uit te groeien tot volwassen bomen met een goed ontwikkelde kroon. 

De ideale situatie
Een vitale, sterke bossingel met bomen en struiken van diverse soorten en leeftijden. Dat is de ideale situatie. Maar helaas is dit op veel plekken nu niet het geval. Goed voorbeeld daarvan is de locatie Loosche Mars. Op deze plek is veel sterfte geweest in met name de essenbomen. Die moesten we kappen en daarom staan er na de onderhoudsronde ook haast geen bomen meer. Uiteraard planten we op deze locaties weer diverse jonge inheemse beplanting aan. 

Af en toe een gezonde boom
Zoals gezegd willen we graag de groei in de struik- en kruidlaag in een bossingel stimuleren. Dat doen we door te kappen. De bomen die hiervoor als eerste gekapt worden zijn risico-bomen of bomen met een laag toekomstperspectief. Dat zijn bomen met een slechte conditie zoals zwak aangehechte takken, schimmelziektes, parasitaire zwammen of bestaande schades. Soms is er dan nog niet voldoende lichtinval. Als dat zo is, kappen we een gezonde boom. De potentie in de struik- en kruidlaag bepaalt welke boom er dan in aanmerking komt voor kap. 

Focus op de struiklaag
Op veel locaties is de gemeente bezig om de onderhoudsachterstand in de bossingels weg te werken. Dus plekken met een gesloten rij bomen van dezelfde leeftijd met daaronder een weinig tot slecht ontwikkelde struiklaag. Bij een volgende onderhoudsronde zal de focus dan ook meer op de sterkere ontwikkelde struiklaag gericht zijn.

Veiligheid voorop
Als de veiligheid voor de omgeving het toelaat, laten we de dode stammen staan omdat deze waardevol zijn voor onder andere insecten en vogels. En halen we alleen dode takken uit de bomen op plekken waar ze mogelijk voor gevaar kunnen zorgen. Ook plaatsen we op diverse plaatsen een takkenril terug. Dat is een plek met opstaande takken/paaltjes in de grond waartussen je dood hout stapelt of vlecht. Zo’n takkenril is eenvoudig te maken en biedt ruimte aan het schuilen en broeden van insecten, zoogdieren en vogels. Ook paddenstoelen, mossen en varens groeien graag op dit soort plekken.

Verslaggever: Hille Douma

Naar archief