De Dromenbox (3)

De Dromenbox (3)

Om verhalen te delen zijn we op SleenWeb gestart met de dromenbox. Deel met anderen het moment dat je even in die “andere wereld” was. Laten we op deze manier elkaar verhalen vertellen die een glimlach oproepen, even wat verstrooiing geven, wat leesplezier brengen voor anderen in ons dorp. Schrijf je verhaal op, mail deze naar redactie@sleen.nu en de droom wordt in de dromenbox gezet.

NIEUW: DROMENBOX (3)

Mijn dagdroom

In mijn droom ben ik in een  idyllisch dorpje of zoals in Friesland een klein stadje. Zoals ik zo vaak in gedachten heb; met een kanaaltje er doorlopend met mooie bruggetjes. Met aan de ene kant een bakker en een slager, De andere kant moet ik naartoe omdat daar de groenteboer zit en een drogist voor eventueel wat vitamines of paracetamol. Dan nog eens langs de kruidenier, rekening houdend met een kwartiertje tot een half uur extra want als er een paar mensen voor me staan met hun mandje vol, worden alle nieuwtjes uit het dorp uitgewisseld. Er is weer ergens een kindje geboren en iemand uit het dorp is nogal ziek, en oh ja die Jantje en Geert  gaan verhuizen. Ook al snel want Geert heeft ander werk. Zo heb ik thuis weer wat te vertellen en kan de vrouw van de kruidenier een ander ook weer bijpraten.

Door het dorp fietsend stap ik even af want ik kom iemand van het koor tegen. Die heb ik al een poos niet gesproken. Zingen is er door een pandemie even niet bij. Wat zei ik even?........al een jaar niet meer.

Ik sta nog even op een brugje stil. Kijkend naar een paar bootjes die aangemeerd liggen. Eigenlijk hoopte ik dat er nog een bootje langs kwam varen en de brug nog even opengedraaid moest worden. Maar het is nog koud dus er zal vast niet veel gevaren worden. Nog even wachten.

Ondertussen hoorde ik de kerkklok luiden, 11 slagen dus elf uur. Het klinkt zo prachtig over het mooie dorpje.

En als ik weer op de fiets stap zie ik de molen ook nog draaien. Dat maakt het leven in een dorp zo mooi, zo gezellig. ’s Avonds in het donker loop ik ook nog graag even door het mooie dorp. Dan weer bij de kerk en de molen langs die volop in het licht staan. Het geeft me zo’n warm gevoel. Maar ja, lang lopen is er niet bij ’s avonds: er is een avondklok. Dat heb ik nog nooit meegemaakt. Dan kun je wel zeggen: “Lekker rustig op straat, ook geen verkeer, maar ik mag zelf ook niet de straat op”. Dus daar heb je niks aan.

Dan word ik wakker en denk…….ach wat jammer, het was een droom. Toch ben ik blij in een dorp te wonen, met een kerk en een molen. Geen kanaaltje. Met gelukkig een goeie bakker, geen echte slager helaas, en ook geen echte groenteboer.

“Dromen zijn bedrog” volgens het liedje. Maar ze kunnen best mooi zijn.

Als kind mocht ik ’s avonds in bed al graag fantaseren over van alles en nog wat. Eigenlijk ben je dan ook al bezig met dromen.

Hille Douma

De Dromenbox

Een dreumendeusie, ach wat mooi. Een deusie waoj een stuk of wat mooie dreumen instopt en waor aj smangs ok weer ien oet kunt halen. Gewoon umdaj dat soms neudig bint of gewoon umdaj der zin an hebt um evenpies op een aander plekkie te wezen.

De wind weit um ’t hoes, de regen klettert tegen de ramen, de siepelsju stiet lekker te prutteln op het gas en de rooie kool lig al gesneden in de pan. Non nog even een paar appelties schellen um deur de kool te doen.

Een paar appelties….de leste twie appelties oet de tuun. En hoewal het boeten regent en weit, zit ik opiens in ’t zunnegie in de gruuntetuun. De vogelties fluit er vrolijk op lös en de iemen zoemt um mij hen. Zölf ben ik drok gangs met regels trekken en zeien. Intussen ben ik ok al aan ’t bedenken, wat of ik almaol met de verwachte oogst gao doen.

En dan schiet ik met een schaterlach oet mien dreum. Want appels, ja die haar ik wal het afgelopen jaor. Maor die grote oogst, tja die was der niet. Net as de Dörpstuun in Diphoorn, diel ik mien tuun ok met aandern. Smangs komt er een doef veurbij vliegen en die vindt mien peultjes machtig lekker, de slakken bint verzot op mien slaot, smangs komt er een knien veurbij gehuppeld en die vindt aaltied wal wat lekkers in de tuun, de alberen vindt gretig oftrek bij de vogelties en soms krieg ik ok nog inspectie van de mol, of de tuun er van de underkaant wal goed oetzöt.

Elk jaor denk ik: “Dit was het leste jaor, dat ik een gruuntetuun har“ Maar intussen is de tuun alweer umspit en begunt het ok alweer te kriebeln. Want zeg non zölf, niks is lekkerder as een kroppie slaot of een maoltie bonnen oet je iegen tuun.

Maor dat zal toch nog evenpies moeten wachten, want het weit en het regent, de siepelsju stiet te prutteln op het gas, de rooie kool lig te wachten in de pan en moet ik as de bliksem die twie appelties schellen, aans is het eten niet op tied klaor.

Een dreumertie

DROMENBOX (2)

Mijn dagdroom!
In deze tijd waarin ik behoefte heb om eens een dag of midweek onbezorgd op stap te gaan blijven dagdromen niet uit.

Ik waan mij op dit moment aan het Lauwersmeer, boven in Friesland. Waar ooit vanuit Oostmahorn de veerboot naar Schiermonnikoog vertrok. Dan fiets ik langs het water en kom bij een min of meer vervallen scheepswerf. Ooit was hier de Lauwerszee, een open verbinding met de Waddenzee. Nu lopen hier Konikpaarden, koeien en zie ik vele soorten vogels vliegen of zitten om hun kostje bij elkaar te scharrelen. Ik geniet met volle teugen bij dit schouwspel.

Verder fiets ik langs het water, soms heel smalle paadjes. Tegen een helling op en over een heel smal bruggetje weer naar beneden racen. Ho ho, niet te snel!

Mijn tocht gaat verder door de weidsheid van het landschap en ik fiets nu langs de Dokkumer Ee. De contouren van het stadje Dokkum zie ik aan de horizon verschijnen. Nog even stevig op de trappers want de wind is best stevig hier op de vlakte.

Dan fiets ik het stadje binnen, zoek een terrasje aan het water en in mijn verbeelding zie ik nu hier de Elfstedentochtschaatsers voorbij komen. Het is een geweldig festijn van heel gedreven en vrolijke mensen .....

Opeens ben ik weer terug, gewoon hier in mijn eigen omgeving, alwaar het ook heel goed vertoeven is.

Iepy Hooijenga

DROMENBOX (1)

Koorzang op de Brink.

De piep op mijn mobiele telefoon verraadt dat er een bericht is. Het is een WhatsApp bericht en als ik kijk staat er een filmpje. Als ik dat start word ik overrompeld door een koor waarbij het even duurt voor het mij duidelijk wordt dat ze Zuid Afrikaans zingen. De schoonheid van het lied, de vreugde waarmee gezongen wordt, de mix van mensen die ik zie, ontroert mij.

En voor ik het zelf weet is de dagdroom er geweest. Ik sta op de Brink, terwijl het koor zingt en ik het nummer voor de tweede keer beluister. En ik maak vakken van twee bij twee meter. Honderd zes en vijftig vakken blijken mogelijk te zijn. Er staat al een boerenwagen voor de dirigent en in de hoek op de kar staat een gettoblaster voor de muziek straks, zie ik.

De nummers die gezongen worden hoor ik al. Het lied van de Sliener Toren en de Mooiste meid van Slien. Het is er, zo echt dat ik ondertussen al een bericht in mijn mobiel typ om mensen er bij te halen. En ik schrijf de woorden: doe je mee morgenavond? Wat me terug brengt bij het nu. Want wat ik droom kan helemaal niet, nu niet. Te veel mensen bij elkaar.

Dat lied, die droom: het bracht even een flits van geluk.

(Het nummer Die Donker. Universiteitskoor Stellenbosch).

Teun de Vries

Naar archief