Afvalscheiding

Het leven wordt er niet leuker op. Vroeger had je gewoon koude winters waarin je kon schaatsen. Op schilderijen uit de 17e eeuw zie je al de eindeloze ijsprettaferelen, en de eerste generatie voorouders van moeders kant heeft elkaar in februari 1823 op de dichtgevroren Vecht ontmoet, alwaar de verhitte gemoederen een eerste wak van die winter veroorzaakten. Tegenwoordig heb je hier of geen, of een veel te lange winter zonder ijspret, maar met een tekort aan strooizout, zodat de kat ’s morgens van de bak gegooid wordt, omdat je het grit nodig hebt om het pad naar de brievenbus stroef te houden.

Vroeger had je vuilnisstortplaatsen, waar je voor je lol ging kijken, wie er tussen de alom aanwezige vogels op zoek waren naar nieuwe trofeeën, achteraf gezien alleen maar voor de handel.

Vuilnisbelten werden gesloten. Bedekt met aarde dienden ze als ondergrond basis voor nieuwe woonwijken, of werden ze gecultiveerde sierheuvels die één keer per jaar dienen als col van de eerste categorie tijdens de locale wieleromloop.

Daarvoor in de plaats kwam de vuilnisverwerking. Eerst via zakken en later via containers. Hoe het werkte weet ik nog niet maar, diegene die in een overmoedige bui in een grijze container zijn roes ging uitslapen maakte grote kans de volgende ochtend in Wijster weer wakker te worden. Alles, maar dan ook alles ging in diezelfde, altijd te kleine, bak. Toen kreeg je twee containers, en moest je je bloemkoolstronkje met je tuinafval en je uitgerangeerde narcissenstengels niet meer in de grijze, maar in de groene container gooien. Verwerking om de week, volgens een door de gemeente in combinatie met nu Area uitgereikt schema. Een schema dat je natuurlijk niet kunt vinden als je wilt weten wanneer je je afval nu wel kwijt kunt als de kerstdagen en nieuwjaarsdag op vrijdag blijken te vallen.

Afvalscheiding was een feit. Theezakjes in de groene, het touwtje in de grijze container, het papieren merkje/logo bij het oude papier en het nietje bij het oude metaal.

Maar, nu 2010. Een nieuw speeltje: Het plastic moet apart. En niet alleen de volkomen uit de klauw gelopen hoeveelheid zakjes, maar alle plastic. Shampooflessen, patatbakjes, vleesverpakkingen, spablauwflesjes, etc, etc. En daar maken ze dan weer mooie dingen van volgens wethouder Braam. De verpakkingen kunnen gebruikt worden voor mooie nieuwe artikelen als tennisballen, bumpers en fleece kleding, en hoeven niet nutteloos verbrand te worden.

Maar wat hij er niet bij zei: U dient uw yoghurtbekertje volledig uit te lepelen anders zitten de vlekken al in uw nieuwe trui voordat u de kans gehad hebt deze er vrolijk onder te smeren met etenswaren uit een nieuw plastic bakje, of zitten de spetters al op de bumper voordat je er iets mee geraakt hebt.

De volgende plasticzakophaaldienst is 12 februari.


Paul Aaldering

Naar archief