Spelen en vallen

Naast columnist zijn voor Sleen.nu heb ik nog een paar andere functies die mijn tijd opslokken. Zo speel ik in een buitengewoon leuk bandje, speel ik een soort voorzitter van een betaald voetbal organisatie en speel ik af en toe voor tandarts.
Dat laatste doe ik het vaakst, en vind ik daarnaast ook nog steeds erg leuk. Maar niet altijd.
Zogenaamde dienst hebben vind ik nooit echt heel leuk. Wel noodzakelijk maar nooit echt leuk. En wanneer zo’n dienst dan gekoppeld is aan de eerste echte ijsdag sinds 12 jaar weet je van te voren, dit wordt een dolle dag.
Al bij het uitlaten van de honden ‘s morgens hoor ik de typische ijsbaanmuziek van de es af waaien. Muziek die je alleen aantreft bij het carbid schieten in Erm of op de ijsbaan. Kan iemand daar niet eens wat andere muziek introduceren? Dit terzijde.
Wanneer er muziek van de ijsbaan komt weet ik, net als bij iedere kermis, dit wordt actie.
En, zoals ze in het UMCG op stapavond vanaf 24.00 uur zitten te wachten op de eerste zogenaamde Poelestraat-stap-gevallen, kon ik vanaf 10.00 uur zitten wachten op de eerste ijsbaan gevallen, die inderdaad gevallen waren.
Een meisje zonder voortanden, een man met een losse tand, een meneer met half kapotte hoektand tot voortand, een jongetje zonder halve voortand. Daarnaast nog wat uitgevallen melktanden, een kapotte prothese en wat tanden door wat lippen.
Kortom ijspret...
Toch heb ik het niet echt druk gehad. De meeste gevallen zijn rechtstreeks naar het Scheperziekenhuis gegaan om gehecht, of in het gips gezet te worden. En hoewel het voor mij niet direct hoefde te dooien en ik ieder de gladheid en het ijs toewens dat hij hebben wil, heb ik toch de oprit en de keitjes voor de praktijk ingang nog even extra gepekeld. Het hoeft niet overal glad te zijn.

Paul Aaldering

Naar archief