In de supermarkt

Hij sluit zich aan bij de rij wachtenden voor hem. Onopvallend bekijkt hij de mensen en hun inkopen in de winkelwagentjes. Hij herkent opeens de rood groene verpakking van het wasmiddel bij de vrouw voor hem. In gedachten ziet hij hetzelfde pak, thuis op de plank naast de wasmachine staan. Hij heeft het verkeerde waspoeder uit het schap gepakt. Omruilen doet hij niet. Schuifelend zet de rij zich af en toe in beweging om na een paar passen weer te stoppen. Hij neemt het boodschappenbriefje nog maar eens door. Het is net een quiz! Jam… maar wat voor jam! Aardbeien…kersen…pruimen…vier vruchten of misschien halvajam! Vla…maar wat voor vla! Vanille…chocolade... karamel of misschien roomvla! Zo ging het met het gehakt, het brood, de koekjes, frisdrank en ga zo maar door. Zelfs de eieren van de verschillende scharrelaars maken een keuze niet eenvoudig.

Ze had de boodschappen veel nauwkeuriger moeten omschrijven. Zo ziek is ze nu ook weer niet. Nu zit hij met de gebakken peren!

In gedachten verzonken komt hij bij de lopende band. Zorgvuldig plaatst hij zijn aankopen op de dan weer bewegende… dan weer stilstaande band. Door het onregelmatige schokken van het transport, valt een fles fris om. Snel zet hij het weer rechtop. Kunststof is gelukkig niet breekbaar. Het vrouwmens achter hem zet demonstratief het scheidinkje tussen haar en zijn boodschappen. Hij wil zich verontschuldigen, maar ze kijkt de andere kant uit. Zijn spullen zijn aangekomen bij een jong, blond wicht. Na het scannen komen de inkopen op een andere band. Terwijl hij wil gaan pinnen roept de juffrouw achter de kassa met een routine vraag: ‘Bonuskaart meneer…zegeltjes meneer…handdoekenactie meneer’!... Weet hij veel! Het zweet breekt hem uit, hij wist zijn voorhoofd. Hij wil uitleggen dat hij bijna nooit boodschappen doet, maar ze onderbreekt hem met: ‘Oké,…oké meneer, oké hoor.’ Overbodig zegt ze: ‘Uw boodschappen liggen links op de inpakstelling.’ Ja…dat ziet hij verd… zelf ook wel!

Als hij denkt verlost te zijn van dit alles, hoort hij achter zich : ‘Nog een prettige dag meneer.’

Ben Offringa

Naar archief