Sleen leeft!

Je moet even geduld hebben, maar uiteindelijk gebeurt het toch. Iemand krijgt een lid van het Koninklijk Huis zover, dat deze hoogheid, met een blinddoek voor, probeert een stuk uit een plak koek te happen, dat ergens in Friesland aan een touwtje bungelt. Het is Koninginnedag: het feest van folklore, tradities, vrijmarkten, oude ambachten, koekhappen en andere oubolligheden. Nergens ter wereld schaart een volk zich elk jaar zo massaal op dezelfde dag onder dezelfde noemer als in Nederland. Hoezo de Nederlander bestaat niet?

Zo ook in Sleen, waar de festiviteiten dit jaar plaats vinden bij het oude gemeentehuis. Ik parkeer om half vier mijn auto op het geïmproviseerde parkeerterrein achter de brandweerkazerne en begeef mij vervolgens lopend naar het centrale punt van de feestelijkheden: de bierpomp. Veel mensen vinden dat je redelijk aan de late kant bent als je om half vier aankomt, maar voor mij gaat dat niet op. Ik kom ook niet voor de folklore maar voor de gezelligheid en dan is half vier een uitstekend tijdstip. Bovendien is het ook niet verstandig om een hele middag in een straal van 10 meter rond een bierpomp te hangen. Aan veel mensen is dat om half vier ook al duidelijk te zien. Maar de sfeer is goed. Op een trailer staat een bandje te spelen en de zon doet z’n uiterste best om het terrein een beetje warm te houden. ‘Ja jongen, Sleen leeft!’, zegt Frans. Frans speelt ook in een bandje en is op Koninginnedag altijd ‘in een straal van 10 meter’ te vinden. Ik ken Frans omdat ik in hetzelfde bandje heb gespeeld en ik ben het niet met hem oneens. Voor Slener begrippen zijn er aardig wat mensen op de been.

Dat belooft wat voor morgen, denk ik, want morgen is de wielerronde van Sleen. Twee dagen achter elkaar feest in het dorp. Geweldig toch? En het voordeel is dat de kraampjes en de bierpomp gewoon kunnen blijven staan. Om vier uur parkeer ik de auto op het geïmproviseerde parkeerterrein achter de brandweerkazerne. Ik ben vandaag iets later omdat ik thuis een gigantische regenbui met hagelstenen voorbij heb laten trekken. Op weg naar het centrale punt van de feestelijkheden loop ik langs vier toeschouwers. Bij de bierpomp staat een handjevol mensen en op de splitsing voor het gemeentehuis staat Bert Scholte met een gezagdragend hesje aan en een vlag in z’n hand. ‘Hoeveel ronden moeten ze nog?’, vraag ik. Bert heeft geen idee. Ik mijd de bierpomp en besluit naar start en finish te lopen om te kijken of daar wat te doen is. Langs het parcours is het angstig rustig en bij start en finish is ook niets te beleven. Ik besluit terug te lopen naar de auto en met nog 18 ronden te gaan zie ik aan het eind van de Zuidenveldstraat uit mijn ooghoeken dat de bierpomp al wordt ontmanteld, terwijl van de kraampjes op het terrein voor de huisartsenpraktijk al geen spoor meer te bekennen is. ‘Komt van die hagelbui’, zegt Roelie, die net de Zuidenveldstraat inloopt op weg naar huis. Ik heb er zo mijn twijfels bij. Feest in Sleen? Leuk. Maar twee dagen achter elkaar, dat trekt een gemiddelde Slener gewoon niet.

Harm Jan Geugies.

Naar archief