Hier begon hun toekomst
Met een flinke omweg wandelden we die prachtige zondagmiddag van Noord-Sleen, via de Gras-, Loo-, Braam-, Bommerts-, Kamp- en Kortmaatsweg (ja, wat een straatnamen), naar de Schaapstreek richting Sleen. Bij Melk & Meer stopten we voor een pauze. Met zwager en boer Albert genoten we van een lekker ijsje en keuvelden we met klanten. Bij de boerderijwinkel is het een komen en gaan van mensen, vaak bekenden, maar soms ook niet.
Een glanzend nieuwe crèmekleurige Volvo reed de dam in. De passagiers stapten één voor één uit: een donkergekleurde man, een meisje van een jaar of acht en twee vrouwen met lange gewaden en bijpassende hoofddoeken. Na een vriendelijk begroeting liep de man richting de winkel. Zijn zus, zo bleek later, en haar dochtertje bleven bij ons. Het meisje had namelijk een vraag aan de boer: ze wilde een koe aaien.
We raakten aan de praat. De familie genoot van Sleen. Het was heerlijk om terug te zijn. Zo’n 25 jaar geleden kwamen zij vanuit Somalië naar ons mooie gastvrije dorp. Ze waren gevlucht uit een land waar een burgeroorlog heerste en gewapende clans en milities zorgden voor complete chaos, etnisch geweld, martelingen, plunderingen en een humanitaire crisis met hongersnood. In Sleen woonden ze veilig aan de Westrupstraat. Ze groeiden hier op en maakten onderdeel uit van het sociale leven in onze gemeenschap dat de basis vormde voor hun toekomst. Een toekomst die niet in Somalië lag, maar in Nederland. Ze woonden inmiddels in Alphen aan de Rijn, maar wilden best graag terug, naar Sleen.
Veel was nog hetzelfde, maar ook veel niet. Want: “Waar waren de bushaltes gebleven? Die stonden toch altijd in het dorp?”, vroeg de vrouw in accentloos Nederlands. Albert gaf complimenten over haar uitspraak en zei dat we dat ook weleens anders horen. “Dat zal dan aan die mensen liggen, wij hebben Nederlands geleerd”, antwoordde ze. Ook met haar Drents was niets mis. Ze vond het fantastisch dat op de plaatsnaamborden onder ‘Sleen’ nu ook ‘Slien’ geschreven stond.
Terwijl Albert met de gasten de stal betrad om de koeien te aaien, liepen wij terug naar huis. Met een blij gemoed passeerden we het bord Sleen, met daaronder ‘Slien’. De Somaliërs hadden hun eerste stappen richting hun toekomst in Nederland gezet in ons dorp. Hun succes en inzet zijn een voorbeeld van hoe integratie kan slagen en daar mogen we als gemeenschap best trots op zijn.
Roelie Lubbers-Hilbrands