Herinneringen
Het is aardedonker. Ik zit bij mijn vader achterop de fiets en we zijn op weg naar huis. Terug van de gymnastiek uitvoering in het plaatselijke café. Om ons heen, in die duistere nacht, de pracht van het Noorderlicht. Magisch mooi, misschien was ik wel wat bang. Het is een niet meer uit te wissen herinnering van toen ik pakweg vijf was.
In ons hele leven ontstaan ze. Mooie herinneringen, verdrietige, waar we nog steeds boos over kunnen worden of hartelijk om kunnen lachen. En ze komen steeds weer naar voren. Vaak ongevraagd. Ik rommel in een bakje met paperclips, plastic dingetjes en daar, ik wist het niet meer, groene munten met de opdruk: Hotel Zwols Sleen. Consumptie munten voor een avond toneel of muziek die je bij de ingang van de zaal moest kopen. En plotseling krijgen die ronde groene schijfjes, na de brand, een heel andere betekenis.
Herinneringen kunnen we ook organiseren. Streekeigen Sleen bereidt, zo lees ik, een tentoonstelling voor met het thema Schoolfoto’s. Kijken naar hoe het vroeger was, plezier hebben over hoe we eruitzagen en keurig rechtop zaten.
Soms ook vormen herinneringen zich voordat het echt iets is uit het verleden. De verbouw van De Akker en De Fontein tot één school is daar een voorbeeld van. Dorpsbewoners zijn er mee bezig en zo bouwt zich de herinnering op. Vergelijkbaar is het gesprek over de bibliotheek. Niet zozeer de optie dat deze deel kan gaan uitmaken van de nieuw te bouwen school. Veel meer de vraag wat er met dit markante gebouw zal gebeuren. Zo worden deze gebouwen nu al een soort levende herinnering.
Maar er zijn herinneringen die verder gaan dan de gebouwen of groene muntjes. Vergelijkbare ervaringen als toen, bij mijn vader op de fiets. Wandelend in en rond Sleen.
In het verleden, zo rond 1960, waren er wel wandeltochten zoals de Jan Naarding tochten. De deelnemers allemaal in dezelfde kleding en ook de scholen liepen mee met hun klassen. Er zijn zeker mensen die daar heel mooie verhalen over hebben en, zo we dat noemen, dierbare herinneringen.
Deze wandeltochten zijn overgegaan in de wandelvierdaagse. Inmiddels vijfendertig jaar lang organiseert de gymvereniging deze wandelvierdaagse in de huidige vorm. Rond de 200 deelnemers deden er meestal mee. Dit jaar werd dat aantal overtroffen en waren er ruim 260 deelnemers. Belangstelling genoeg dus. Beter gezegd, de gymnastiek vereniging organiseerde dit. Verleden tijd. Door een “simpel” probleem: gebrek aan bestuursleden en dus niet voldoende menskracht de vierdaagse voort te zetten.
Jarenlang liepen kinderen met hun ouder door de straten en de omgeving van Sleen. Aan het einde natuurlijk voor de kinderen de herinnering, dat ze deel genomen hadden aan vier avonden lopen. Een herinnering die ze vol trots aan iedereen konden laten zien. Kijk, ik heb het gedaan, het is mij gelukt.
Een traditie van vijfendertig jaar wordt nu herinnering. De laatste keer: het “loopt zo het dorp uit”. Echt? Of zijn er een paar dorpsbewoners die dit gaan oppakken en de traditie en herinnering voort willen zetten?
Teun de Vries