Als de rook om ons hoofd is verdwenen
Met slaperige ogen tuur ik in de ochtend van 6 mei naar mijn telefoon. Een melding van zuslief met een prachtige foto. ‘Drie uur vannacht vanaf ons huis’, staat erbij. Ik zie bloesem op de voorgrond, enkele sterren aan de donkere hemel en op de achtergrond de kerktoren in een prachtig fel licht. Ik kan het niet plaatsen, het tijdstip evenmin. Heb ik iets gemist? Het Noorderlicht misschien? Ik zet mijn bril op en … ploep… weer een berichtje. Het vurige licht blijkt een immense vlammenzee. Het gevolg van een felle uitslaande brand in groepsaccommodatie ‘t Hunebed in het oude kloppende hart van ons dorp.
Mijn werk wil maar niet vlotten deze ochtend. Vol ongeloof bekijk ik de beelden van diverse nieuwssites. Eerst Sleenweb, facebook, Meternieuws.nl en RTV Drenthe. Later ook NOS, AD en Hart van Nederland. Sleen wordt landelijk nieuws. Gelukkig zijn er geen gewonden. Godzijdank is het vuur niet overgeslagen. Complimenten aan de brandweerkorpsen van Sleen, Zweeloo en Emmen.
De enorme rookwolken, de vele brandweerauto’s, de trieste aanblik van het oude pand dat weerloos opgaat in de vlammen… ik krijg het niet van mijn netvlies. Pikzwarte roetdeeltjes van verbrand riet dalen neer in de straten tussen de roze-witte blaadjes van de bloesem. Aan de gevel bij de buren prijkt de Nederlandse vlag als stille getuige van bevrijdingsdag. Talloze spuitgasten vechten met hun blusvoertuigen, hoogwerkers, meters aan slangen en honderden liters water tegen het laaiende vuur.
Grote koppen roepen de aandacht van de lezer: Brand verwoest groepsaccommodatie, Vlammenzee legt woonboerderij in de as. Voor veel Sleners geldt echter: Hotel Café Restaurant Zwols voor eeuwig verloren.
Mijn gedachten dwalen af naar weleer. Als 13-jarige werkte ik al bij Zwols. Eerst in de afwas, later in de bediening. De Drentse gastvrijheid was vanzelfsprekend, de nuchterheid evenzo. Wat een feestjes en etentjes, wat een prachtige momenten hebben we er beleefd. Een plek vol leven, verhalen, vriendschappen en tradities. Het toneel van talloze herinneringen, eerste liefdes en laatste gesprekken.
Een gevoel van verlies, weemoed en ontworteling overheerst. Het kloppend hart is stilgevallen. Een stuk van ons, van wie we waren, is mee opgegaan in de vlammen.
Wat rest is een pijnlijke zwartgeblakerde leegte. Maar onder het puin ligt een onzichtbare schat aan verhalen. Die bewaren we, en vertellen we… als de rook om ons hoofd is verdwenen.
Roelie Lubbers-Hilbrands