Zonnewende

“Wij gaot de goeie tied weer in de muut”. Ik hoor het schoonmoeder weer zeggen, net als elk jaar na de kortste dag. ‘De goeie tied’. Alsof er in het ritme van de seizoenen ook een ‘slechte tied’ is. Alsof de snijdende wind, ijzige kou en waterige mist geen mooie keerzijde kennen van knusse houtkachels, kelders vol oogst, brandende kaarsen, rozige wangen en warme wijn. Alsof in november en december de zon niet schijnt, geen wonderlijke herfsttooi het landschap kleurt en geen mooi laagje rijp schittert op bevroren takken.

Je hoort het al, ik ben van de wisseling der seizoenen. Hou van elk jaargetijde. Maar toegegeven, dit jaar voelt het anders. We misten immers de winterwandeling van ijsvereniging Voorwaarts, de grote feesten rondom het carbid schieten. Waar was de drukte van de vuurwerkverkoop bij Roelof? We moesten het stellen zonder sfeervolle kerstconcerten van Crescendo en van koren, zonder kerstnachtdienst en kinderkerstfeest in de kerk. Er was geen ballen- en bollentoernooi voor de voetbaljeugd, noch waren er toneeluitvoeringen in gezellige volle zaaltjes. En waar was de prachtige klaagzang van de midwinterhoorns? Die hoge en lage tonen die in het duister verdwijnen. Het goede verdrijft het kwaad. Het geluid draagt het licht. Wensen worden uitgesproken, door stemmen die tasten in het donker.

 We deden ons best het goede uit te dragen. Op kerstavond werden kaarsen aangestoken bij de oorlogsgraven. Met duizenden lichtjes versierden we tuinen, boerderijen, bomen, ja zelfs trekkers. De maan en de sterren traden in concurrentie met een stralende aarde. Ons midwinterfeest, als in een sprookje. Met groene takken, als symbool van vruchtbaarheid, versierden we onze huizen. We genoten van klein gezelschap, van de zelfgebakken knieperties en oliebollen en van de wederom met vijf sterren bekroonde kerststol van onze bakker. Een enkele carbidbus verdreef met z’n knallen het kwade. De lockdown maakte van kerst nog meer een feest van bezinning, van een relatief pauzemoment in ons drukke bestaan. 

De zonnewende, het voelt dit keer echt als een omwenteling, als een nieuw tijdperk. We maken het land opnieuw klaar en treden een nieuw groeiseizoen tegemoet waarin we worden verwend met welvaart. Zowel in Den Haag, in onze natuur, op de akkers rondom Sleen als in de zorg en de strijd tegen dat malle virus. Wordt het serieus lichter? In meerdere opzichten? Wordt alles anders? “Gaot wij echt de goeie tied in de muut?”

Roelie Lubbers-Hilbrands

Naar archief