Sinterklaas

In de winkels liggen de pepernoten al weken voor het grijpen, ook in onze dorpssuper Bea Heijn. Sinterklaas komt eraan en dat zullen we weten. Maar het kan nog gekker. Er zijn mensen die de kerstverlichting al weer aan de gevel hebben gemonteerd. Nog even en de Kerstman wint het van Sinterklaas. Wat geen slecht idee zou zijn, want dan ben je ook meteen van de zwartepietendiscussie  af: de discussie tussen folklore en cultuur enerzijds en racisme en stereotypering anderzijds. Een discussie die geen winnaar gaat opleveren, omdat de wederzijdse beleving mijlenver uit elkaar ligt. De Kerstman als samenbindende factor. Santa Claus, de Amerikaanse protestantse variant op Sinterklaas. Geen vertegenwoordiger meer van de katholieke clerus, waarvan sommigen het begrip kindervriend al te letterlijk namen, maar de goedlachse Kerstman. Weliswaar blank, maar zonder stereotype knecht, zodat ook de gemiddelde zwartkijker zich daarin zou moeten kunnen vinden.

Sinterklaas. Ik herinner me nog een Sinterklaasfeest op het vormingscentrum waar ik toen werkte. We hadden daar verkleedspullen voor Sinterklaas en Zwarte Piet en de gewoonte was dat twee cursisten uit de groep zich in die kostuums zouden hijsen en de bijbehorende rol zouden spelen. Jan was die middag uitverkoren om de rol van Sinterklaas te spelen. Kees speelde voor Zwarte Piet en zodra ze het lokaal onder gezang hadden betreden kon de pret beginnen. Er was cola en sinas, er stond speculaas op tafel en het lokaal stond strakblauw van de rook, want in die tijd mocht er op het vormingscentrum nog gewoon gerookt worden. Zwarte Piet had in een grote mand voor iedereen een cadeautje en het was de bedoeling dat Sinterklaas, geassisteerd door zijn knecht, de leiding zou nemen bij het verdelen van de cadeaus, door middel van een dobbelsteenspel, en er vervolgens op toe zou zien dat het bijbehorende gedicht ordentelijk kon worden voorgelezen. Jan, de Sinterklaas van dienst die middag, was doorgaans echter niet zo’n prater en niet zo op de voorgrond, hij bewoog zich bij voorkeur op de achtergrond. De rol van Sinterklaas bleek duidelijk niet op zijn lijf geschreven. Van leiding geven aan deze feestelijke middag kwam dan ook weinig terecht, zodat Jan na een klein half uurtje in zijn vertrouwde achtergrond al morrend de Sinterklaas zat uit te hangen. Morrend, want de Sinterklaas van dienst was het verboden om te roken en Jan was een stevige roker. Maar in een onbewaakt ogenblik gebeurde het toch. Sinterklaas had zich een sjekkie gedraaid en bij het aansteken daarvan had ook z’n baard vlam gevat. Die stond in een oogwenk in lichterlaaie. Gelukkig zag ik de vlam uit een ooghoek en kon ik de brandende baard op tijd van zijn gezicht trekken, waardoor Sinterklaas met de schrik vrij kwam. Hij hield er slechts twee zere oren aan over waarachter elastiekjes de baard op z’n plaats hadden gehouden. En terwijl die baard nog in een hoek van het lokaal lag na te smeulen slaakte ik een diepe zucht van opluchting. Stel je voor dat die jongen met baard en al in brand had gestaan. Ik weet zeker, dan had ik de baard eraf gekregen.  

Harm Jan Geugies       

Naar archief