Likdoorns en zitflappen

Als bijna iedereen zucht onder de tropische warmte van de zomer, mogen wij genieten van de “heerlijke” temperaturen in Schotland. Toch al gauw een graad of vijftien tot twintig lager dan we via de buienradar zien. De ene tropische dag na de andere doet in die periode de mensen in onze woonplaats Sleen zuchten. Naast het aangename weer en gedurende de vakantie nauwelijks regen, gaat alles in een aangename snelheid. Met de trein, veerboot en bus maken we een rondreis. In ieder geval kent de trein, rustig rijdend over de Schotse Hooglanden, het voordeel van een goede wifi. Dus zo kijk je toch even naar dat weer in Nederland. De Tour de France is goed te volgen en, soms ook bron van veel plezier, Facebook volgen. Althans, mijn wederhelft. Ik doe er nog niet aan.

Zo dus, onderweg, begint mijn gewaardeerde eega te schokschouderen. Dus dat in stilte lachen om wat bijzonders. Ze kijkt even op facebook en komt daar een bijzonder bericht tegen, wat mij direct terug brengt naar mijn jeugd. Ik was gek op snoep als kleuter van een jaar of vier, vijf. En vooral een lolly kon me geweldig blij maken. Daar kon je lekker lang mee doen.

We hadden toen dus kruisbessen in de tuin die ik heel lekker vond. En waar ik me goed aan kon prikken. Doorn, zei mijn moeder, om me de betekenis van woorden te leren. Hoe het kwam, geen idee. De fantasie van een kleuter. Er wordt tussen mijn moeder en de buurvrouw gepraat over een likdoorn. Geen idee, wat het was. Maar wel kwam er ergens een combinatie in mijn gedachten tussen die lolly’s en de stekels aan de kruisbessen. Waarbij de associatie met iets lekkers de boventoon voerde. Zo heb ik ook tijden nagedacht toen het begrip “Eksteroog” ter sprake kwam. De Eksters zaten wel veel rond ons huis in de bomen. Hadden van die zwarte prikoogjes. Uit het verhaal over eksterogen begreep ik dat je daar last van had. Maar waar het om ging?

Naast deze twee prachtige begrippen heeft ook het woord “Gordelroos” me lange tijd bezig gehouden op mijn jeugdige leeftijd. Natuurlijk kende ik wel rozen. Die stonden wel eens in de kamer op een vaas. Maar gordelroos.

Drie woorden die me direct te binnen schieten als mijn echtgenote, tranen in de ogen van het lachen, me wijst op wat ze leest. Een zeer gewaardeerde dorpsgenote is blijkbaar, net als wij, even op stap. Niet al te ver weg, want het blijkt per fiets te zijn. En niet iedereen gaat dan direct op weg naar Barcelona of Basel. Nee gewoon in Nederland in de duinen, zo blijkt. Daar is in gesprek met een “koppel uit Meppel”, zo als uit de tekst blijkt, een groot probleem ontstaan. De zitflap wordt vermist. De zitflap wordt enorm gemist in verband met de puntbillen. De combinatie der zaken ontgaat mij. Geen idee wat een zitflap is, of wat het probleem kan zijn bij puntbillen.

Bij mij schieten dan direct de likdoorn, het eksteroog en de gordelroos in gedachten. Ook komt onmiddellijk de gedachte op of een zitflap de vegetarische variant van zitvlees zou kunnen zijn. Geen idee, daar in de trein op de Schotse Hooglanden. Wel een prachtig verhaal op facebook. En ik schokschouder met mijn echtgenote mee.

Teun de Vries

Naar archief