Wachten

Ach ja, iedereen maakt het wel mee, wachten! Natuurlijk uitermate vervelend. En soms is het van groot belang, of je al wat ervaringen hebt met dat wachten. Met een briefje in de hand stap ik binnen bij het huisartsenlaboratorium. Alleen dat woord al maakt duidelijk dat ik geen ervaring heb. Want met ervaring heb je het over de trombosedienst. Of kort gezegd, even bloed prikken. Dus ik stap de hal van de Schoel binnen, wat meteen de wachtkamer is. Tot mijn schrik zie ik een volle hal. Snel geteld zijn er zo’n vijftien wachtenden die de tijd, naar het lijkt, in stilte doorbrengen. Dus de logische vraag: wie is er voor mij? Dom! Gebrek aan ervaring. Hier en daar een klein glimlachje en dan van drie, vier kanten tegelijk hetzelfde antwoord: “wij allemaal”. Wat natuurlijk klopt maar mij niet verder helpt. Kort na mij komt er nog iemand binnen. Ook zonder ervaring, zo blijkt. Want de vraag “wie is de laatste” roept dezelfde glimlachjes op en een vergelijkbaar antwoord “dat ben je zelf”. Wachtkamer humor van ervaren bezoekers.

Naast de humor valt de stilte mee. Het wachten wordt gedood met boeiende gesprekken. Want de opmerking “fris buiten” krijgt als antwoord “beter dan de regen van vrijdag”. Er komt een nieuwe prik kandidaat binnen. Duidelijk ervaren, want hij vraagt eerst niets over wie er net voor hem is binnen gekomen. Dat gebeurt een poosje later, half fluisterend met een andere ervaringsdeskundige. Er wordt simpel even gewezen, dan is het duidelijk. Wel heeft hij een andere opvatting over het weer van deze ochtend. “Lekker buiten” is de poging tot een gesprek. “Het wordt warmer deze week” is de reactie, waarmee het gesprek weer stil valt. Op wat zacht gemompel na tussen twee wachtenden die even apart zitten.

In de stilte krijg ik langzaam een beeld van de gang van zaken. Als er uit het vertrek, waar geprikt wordt, iemand naar buiten komt, dan staat er in de wachtkamer steeds iemand op en loopt richting de prik afdeling. Tot de gang van zaken even stokt en er vanuit de prik afdeling geroepen wordt “volgende”. Waarmee degene die aan de beurt is duidelijk laat blijken tot de afdeling “geen ervaring” te behoren.

Gelukkig is na het eerste bezoek het gebrek aan ervaring verdwenen. De volgende keren weet ik de spelregels en geniet in stilte van de opmerkingen over het weer. En ik zie, al bijna voordat een nieuweling een vraag stelt, hier en daar een klein glimlachje ontstaan. Het antwoord is te voorspellen op de nog niet gestelde vraag. Het maakt wachten tot een pleziertje.

Teun de Vries

Naar archief