Zonneweide

U las vast ook met enige verbazing en argwaan het bericht van 29 maart j.l. op SleenWeb over plannen tot het plaatsen van zonnepanelen op onder meer de Dorpskerk van Sleen. En u had natuurlijk heel snel door dat het een 1 april grap was. Zonnepanelen …. die maken de tongen los. 

In april vorig jaar was er ook zo’n soort bericht op SleenWeb, alhoewel geen 1 april grap. Het ging over een informatieavond over de aanleg van een zonne-akker aan de Haarstdiek, georganiseerd door Solar Proactive. Plannen voor een energie-coöperatie werden ontvouwd, de gemeente had al een (tijdelijke) vergunning afgegeven en de financiering via de Triodos Bank en het provinciefonds was al rond. Kosten zo’n 9 miljoen en maar liefst 2500 huishoudens zouden hierdoor van elektriciteit kunnen worden voorzien. 

Mijn eerste reactie bij dergelijke initiatieven was instinctmatig ingegeven: Op een stuk land waarop voedsel kan worden verbouwd, plaats je toch geen zonnepanelen als nog vele daken van schuren en bedrijfshallen beschikbaar zijn? Ik mengde me verder niet in een discussie. Ik had me niet in de materie verdiept, en tja, dan houd je je mond ...

De laatste tijd trok het mijn aandacht toch, onder andere door artikelen in de krant: Zonnepark verdringt landbouw. De milieuorganisaties die eens zo voor waren, zijn nu tegen. Waar nu nog aardappelen staan of koeien grazen, komen tientallen zonnepanelen, keurig in rijen, op metalen pootjes. Milieu- én landbouworganisaties vrezen voor de gevolgen voor het landschap, de natuur en de voedselproductie. Dus toch!? Vooral in het noorden van het land, waar landbouwgrond het goedkoopst is, worden veel boeren hiervoor benaderd. Zonnepanelen belemmeren de natuurontwikkeling en schaden het landschap, zo wordt gesteld. En als ze er eenmaal liggen, krijg je ze niet zo snel meer weg. Bovendien gaan gemeenten snel mee in plannen van commerciële zonneprojectontwikkelaars, in hun haast om de klimaatdoelen te halen. 

Maar is dat nou wel een probleem? Er is immers ook al veel landbouwgrond onttrokken voor natuurgebied. En wat is veel? Als al die plannen doorgaan, gaat het om 2-3% van het areaal landbouwgrond in Nederland. Bovendien zijn er al voorbeelden waarbij schaapjes en varkentjes in de weide lopen onder zonnepanelen. Dat staat geinig. En voorbeelden van zonnevelden vol panelen afgewisseld met stroken open ruimte voor de bloempjes en plantjes wat weer goed is voor de wildstand en de weidevogels, wat ook weer wordt betwist. Of je maakt het tot recreatiegebied. Die glinsterende zonnepanelen lijken immers op kabbelend water. Als de overtrekkende watervogels het verschil maar zien en niet crashen als ze het aanzien voor een mooi landingsplekje of in no time onderpoepen. Maar ook de plaatsing van windturbines behoort nog tot de mogelijkheden. 

Best lastige materie dus, waar we allemaal wat van vinden. Op de informatie avonden in Sleen moet de zaak van meerdere kanten worden belicht. Dit zijn immers geen grapjes, die zonnepanelen. Zelfs geen 1 april grap! 

Roelie Lubbers-Hilbrands

Naar archief