Vanaf een bankje: Vijverbrinkenweg

Op de eerste zondag in mei wandel ik over de Vijverbrinkenweg richting een picknickbankje dat, vanaf de Schaapstreek gerekend net voorbij de Polweg, aan mijn linkerhand opdoemt. In de verte komt een, op het eerste gezicht eenzame fietser, krom gebogen over het stuur aangefietst.

foto 1.jpg

Het lijkt alsof deze weg één van de rustigste in het dorp is. Wat misschien ook wel zo is in ‘normale tijden’ wanneer vooral hondenbezitters veelvuldig gebruik maken van deze weg. Maar sinds de Corona crisis is het er, zeker op zondag, een drukte van belang met fietsers die er toch even uit willen.

foto 2.jpg foto 3.jpg

En ja, dan is de Vijverbrinkenweg vanaf de Bommertsweg, in combinatie met de weg en het fietspad langs de Jongbloedvaart, natuurlijk een schitterende route. Dat het druk is bewijst ook de overvolle prullenbak die bij het bankje staat. 

foto 4.jpg

Toch zit er niemand op het bankje als ik er plaats neem. Achter mij een prachtig uitzicht over de weiden. Vreemd eigenlijk dat dit vroeger onontgonnen gebied was en dat de Vijverbrinkenweg pas in 1957 zijn naam kreeg. Op de website van Streekeigen las ik dat deze naam is afgeleid van Wiever. (Op de kadastrale kaart  van 1832 worden de namen Wiever, Wieverbrink en Wievergoorn genoemd). Niks geen Vijvers rondom Brinken dus.... Maar waar het woord Wiever voor staat kon ik niet vinden, ook niet in het Drentse woordenboek. Wever misschien of Wijven? Wie het weet, mag het zeggen. 

foto 5.jpg

In de jaren ’40-‘45 was deze weg nog niet verhard dat is pas gebeurd in de jaren ‘60 ten tijde van de ruilverkaveling. Plotseling moest ik denken aan het verhaal van Jan Heeling, die als één van de oudste inwoners van Sleen is geïnterviewd in het kader van 75 jaar bevrijding. Hij vertelde hoe vrouwen, die in de oorlog ‘verkeerd’ waren geweest hier vastgebonden aan een kar over de zandweg werden gesleept en door de modder werden gehaald. Het stemt mij triest dat mensen in dergelijke omstandigheden zulke haatdragende wezens kunnen zijn… En ik besef me des te meer dat we ondanks deze Coronatijd, waarin we veel vrijheid hebben moeten inleveren, we gelukkig moeten zijn met wat we wèl hebben. Als ik vanaf het bankje richting het dorp kijk zie en voel ik dat geluk ook letterlijk: een prachtig uitzicht over een vredig dorp, de brem die weelderig in de greppel groeit, het fluitenkruid dat mee wuift met de wind, het zacht zoemende geluid van hommels en het drukke getjilp van vogels. 

foto 6.jpg

foto 7.jpg

Ondertussen passeren er verschillende fietsers het bankje die net zo genieten van de omgeving als ik. En in de verte zijn twee fietsers die elkaar tegenkwamen afgestapt om op de veilige ‘anderhalve meter afstand’ even een praatje met elkaar te maken. 

foto 8.jpg

Het leven is, ondanks alle beperkingen, zo gek nog niet in Sleen! Daarom eindig ik deze keer met een citaat van Anne Frank:

“Denk aan al het mooie dat in jezelf en om je heen groeit en wees gelukkig”.

 

Verslag en foto's: Femmie Zeewuster

Naar archief