Slener in de spotlight: Karla Westerman

Slener in de spotlight: Karla Westerman

Met medewerking van enkele veehouders in de omgeving, ben ik met Karla echt letterlijk de boer op gegaan. Een leuke ervaring die ik niet had willen missen.

Karla Westerman (1976, Nieuwleusen), woont met haar man Erwin Stremmelaar en hun twee jongens, Jurre van 15 en Lieuwe van 11 jaar in Noord-Sleen. In 2002 is ze na haar afstuderen in Utrecht, in Sleen aan het werk gegaan als dierenarts bij het Diergeneeskundig Centrum aan de Zetelveenweg. En dat bevalt haar nog steeds heel goed. 


“We gaan op pad”, zegt Karla nadat ze de auto heeft ingepakt en vanuit de voorraadkast de nodige medicatie en entstoffen heeft meegenomen. De eerste veehouders die we bezoeken zijn Bert Wilting en zijn zoon Arjen op De Hullen in Noord-Sleen. Karla komt er voor de drachtcontrole van een aantal koeien en vaccinatie van de kalveren.   

Drachtcontrole 
Eerst gaan we naar de stal waar Arjen zijn koeien onder zijn hoede heeft. Karla pakt haar spullen en vraagt intussen: “Heb jij de koeien ook nog buiten?”. “Nee het is gebeurd”, zegt Arjen, “ze staan al ongeveer twee weken op stal. En het mooiste gras is ook op. De pinken kunnen nog wel even buiten lopen”. 


Dan start Karla met de scanronde; tijdens het onderzoek waarbij ze met haar arm in een lange plastic handschoen achter in de koe gaat: “Hoe lang al in lactatie?”. “104 dagen”, antwoordt Arjen. Karla: “Ze is op zich heel mooi cyclisch. Er zit een mooie eicel op. Prima, die komt wel”.  

Arjen legt uit: “Je wilt graag dat ze een keer per jaar kalven. En dan begin je rond die 100 dagen te insemineren. En als je ze nog niet tochtig hebt gezien, dan laat je ze eerst even scannen of alles in orde is”. Karla scant meerdere koeien en geeft ondertussen aan welke koe drachtig is en welke niet. Bij een controle eens in de twee weken zit je er redelijk kort op en kun je de beste resultaten behalen.  

Daarna volgt de inspectie van de pinken. Ze hebben een stipje op de kop, dat is mooi makkelijk, zo weet ze precies welke ze moet hebben. “Alle koeien kennen is een illusie”, zo vertelt Karla, “dat lukte vroeger met kleinere koppels, maar nu vaak niet meer; het is dus handig dat het goed voorbereid is, zodat ik door kan werken”.  

Karla legt verder uit: “Dit is het jongvee, de jonge dieren die voor de eerste keer drachtig moeten worden. Deze zijn zo rond de 15 maanden oud en na 9 maanden, dus als ze ongeveer 2 jaar zijn, zou het mooi zijn als ze kalven”. Arjen vult aan: “dus als ze 14 maanden oud zijn en voldoende ontwikkeld begin je met insemineren”. Daarvoor komt de inseminator langs.  


De stal is niet helemaal vol. Er lopen nog veel dieren buiten. Het ligt aan het weer en of het gras op is, maar zo in oktober gaan alle dieren naar binnen.  

Bij het verlaten van de stal kijken we nog even naar de nieuwe klauwbekapbox, volledig hydraulisch. Een slimme tijdbesparende investering. Een keer per maand komt de klauwbekapper langs voor alle koeien die rond de 100 dagen in lactatie zijn, en de dieren die bijna droog gezet gaan worden. Voor de koe die tussendoor kreupel is en meteen bekapt moet worden, doen ze het nu zelf.  

De echocursus bij de dierenarts in de spotlight 
We lopen naar de stal van vader Bert. “We hebben één bedrijf”, vertelt Bert, “hier lopen zo’n 70/75 koeien. Het wisselt wat. Woensdag heeft er nog een gekalfd. De koeien die droog staan, dat is zo’n 6 à 7 weken, staan in deze stal en hier kalven ze ook. Voor het afkalven, hebben ze zeg maar zwangerschapsverlof, dat het uier weer opdroogt en dat ze ander voer krijgen en dat ze weer klaar gemaakt worden om te kalven en dan komen ze hier bij mij in de robot. Daarna verdelen we ze dan weer over de stallen”. We hebben zo’n 180 melkkoeien. We zaten voorheen op 90 melkkoeien, maar na overname van het bedrijf van de buurman (Geert Smits, red.) zitten we nu op de huidige 180 koeien en dat is goed te behappen.  


Karla vraagt mij nu met haar mee te gaan de roosters op. In de stal van Bert kunnen we makkelijker achter de koeien langs lopen en kan ik meekijken op het scanapparaat. “Dit wordt niet de Slener in de spotlight, maar de veehouder en de koeien in de spotlight”, zegt Karla met een glimlach, “Helemaal prima”.  

“De koeien vinden het prima dat je achter ze langs loopt”, merkt Karla op, “Vaak ben je te bang!”. Ook hier worden de koeien weer gecontroleerd op dracht, of er vindt een controle voor inseminatie plaats. Karla: “Het is niet alleen drachtcontrole; ik kijk er ook over de koppel koeien heen: hoe zien ze eruit, zijn de pensen goed gevuld, hoe is de mest, hoe schoon zijn de dieren, zitten ze goed in het haar, zie ik geen gekke dingen; dat sla ik allemaal op. Waar nodig bespreken we dat natuurlijk”.  

En zo vervolgen wij onze weg achter de koeien langs, en worden er meerdere dieren gecontroleerd. 

Hoeveel melk geeft de koe 
Karla stelt aan mij de vraag: “Hoeveel melk denk je dat zo’n koe gemiddeld geeft op een dag?”. “Dus hoeveel literpakken melk geven de koeien hier gemiddeld per dag? “Als volslagen leek, zeg ik: “Is 100 liter raar?”. “Dat is wel heel veel”, zegt Karla, “maar 35 liter per dag is dat niet al heel mooi? Dat drink jij niet op, op een dag!”. 

De koeien staan gewoonlijk niet vast, ze kunnen vrij de melkrobot inlopen. We komen bij een koe die 40 liter melk per dag geeft. “Welke koe geeft op dit moment het meeste melk per dag en hoeveel is dat?”, vraagt Karla aan Bert. “58 liter”. "Die koe moet je koesteren", concludeer ik. Karla bevestigt: “Hier worden de koeien ook zeker gekoesterd!”.  


Wat eten de koeien? Bert: “kuilgras, snijmais of bierbostel en maismeel met soja en extra eiwit erdoor. En de rest krijgen ze in de robot”. Voor een lekker brokje komen ze graag naar de robot om gemolken te worden. Een koe die gemiddeld melk geeft, komt ongeveer 3 keer per dag langs in de robot en geeft ongeveer 10 liter per keer. Ze moeten ook minimaal die 10 liter op verwachting geven voordat de robot aanslaat. “Anders is het weer niet goed voor de uiergezondheid”, vertelt Karla, “de spenen gaan dan vereelten en dat geeft meer risico op uierontsteking.” 

Een hartstikke mooi beroep 
Karla onderzoekt de volgende koe die drachtig is en legt uit en wijst het mij aan op de echo: “je voelt het als een soort ballon. Je ziet het met de echo als een zwart rondje; zwart, dat  is het vruchtwater en daar zwemt het kalf in. Je ziet de navelstreng en je ziet ook al een beetje de ribben komen. Nog 7 maanden te gaan en dan heb je een kalf van ongeveer 45 kilo! Mooi toch?”, zegt Karla. Ze heeft een hartstikke mooi beroep, vult Bert daarop aan. “Zeker weten”, beaamt Karla.  


En nu gaan we nog even naar de kalveren. We vegen de laarzen schoon op een borstel bij het verlaten van de stal en spoelen ze af. We zijn het eens. Je moet er ook wel een beetje slank en lenig bij blijven, want je moet over hekken heen en door bochten. Dus je hoeft niet aan sport te doen, merk ik op. Lichaamsbeweging krijgt ze als dierenarts genoeg.  

“We kunnen ook lekker in het dialect met elkaar praten. Geen Drents dialect, ik kom uit Nieuwleusen, Overijssel. 't Is net even aans, mar ik red mie best”, zegt Karla.  Ze is geboren op een melkveebedrijf en heeft de liefde voor koeien van huis uit meegekregen.  

Enten 
In januari is ze 24 jaar als dierenarts werkzaam. Ze is binnengekomen direct na de tijd van de MKZ. De banen lagen toen niet voor het oprapen. Via een professor op de universiteit die contact had met Gerrit Hegen kwam ze op de praktijk in Sleen terecht. Ze heeft tijdens de studie al bewust gekozen voor de richting landbouwhuisdieren en niet voor de gezelschapsdieren. “Ik was een koeienmeisje en ben het nog steeds”.  

Karla gaat vervolgens de kalveren vaccineren tegen pinkengriep. In juli zijn de eerste prikken uitgedeeld en nu volgt de tweede. Dit is preventief in verband met de verandering van het weer in het najaar met hogere luchtvochtigheid en daardoor meer kans op bacteriën en virussen, ook omdat alle dieren dan op stal zijn. 


Dierenwelzijn 

We zijn klaar op De Hullen en stappen in de auto op weg naar de volgende veehouder. Ik informeer hoe belangrijk het dierenwelzijn is in haar vak. “Belangrijk, ga maar na;  als een koe comfortabel kan liggen en opstaan, goed te eten en drinken krijgt, vrij is van dierziekten en niet onnodig opgejaagd wordt, dan is haar welzijn beter en dan gaat ze ook meer melk geven voor de melkveehouder. Dus het houdt verband met elkaar. Je doet het niet alleen voor de normen die gelden bij de zuivel, het is een win-win verhaal!”.  

Onthoornen in Diphoorn 
We reizen af naar het melkveebedrijf van Katerberg in Diphoorn. Karla: “We hebben geluk, het is droog. De kalveren die onthoornd moeten worden liggen in de kalveriglo’s buiten”. Dit onthoornen moet gebeuren omdat ze elkaar anders verwonden in de stal.  De ondernemer Reind Katerberg is vandaag afwezig, maar er is wel een jonge garde om ons te ontvangen. Zoon Niels Katerberg en Jessica, de stagiaire van het Terra College, staan ons op te wachten. Eerst weer de bedrijfskleding aan, overall en laarzen. Niels vertelt wat er moet gebeuren: “Hoorns zagen bij een volwassen koe, kalveren onthoornen en vaccineren, en even naar een bult bij een koe kijken”.

Een machtig mooie boerenkoe 
We lopen naar de stal en Karla vertelt: “Hier is dus geen robot, maar hier worden de koeien drie keer daags gemolken door melkers”. We lopen naar een koe met mooie grote hoorns. Karla doet een elastiek om het voorhoofd van de koe: dit is om het bloedvat af te knellen, zodat er minder kans op bloedingen bestaat na het afzagen van de hoorn, en vraagt ondertussen om een halster en een touw. Daarna spuit ze een lokale verdovingsvloeistof in. Ze legt uit: “Er zitten twee zenuwen die naar de hoorns lopen en deze verdoof ik nu. We laten het even inwerken en dan zo meteen gaan we zagen.” 

Niels laat ondertussen de oudste koe zien van de veestapel. Ze moet bijna kalven. Het is een mooie koe die al ruim 100.000 liter heeft gegeven. De uier ziet er niet mooi uit: een gezwollen en rode uitstulping zit in het midden van het uier. “Dit is iets om met de laser of operatief eraf te halen. Dit kunnen we wel opereren, maar de uier moet eerst minder zucht bevatten”. De zucht is de zwelling die je rondom het afkalven in de uier krijgt. Wanneer de koe gekalfd heeft en enkele weken melk heeft gegeven zakt de zwelling weer af. Karla zegt “Als je wilt opereren moet er niet zoveel spanning op staan, want je moet de huid weer bij elkaar hebben wanneer je de uitstulping hebt verwijderd. Je moet gaan voor de beste omstandigheden, en in dit geval is er geen spoed bij”.  


Afzagen 
De kalveren die onthoornd moeten worden zitten buiten in 3 groepshokken en de jongsten in éénling hokken. Zo’n 24 kalveren moeten vandaag worden onthoornd. “De dieren krijgen een volledige sedatie; deze gaan echt even slapen om de hoorns eraf te halen”. Nadat de kalveren de eerste injectie hebben gehad gaan we terug naar de koe met de hoorns, om ze er nu af te zagen. We zagen ze er af omdat het dier met de hoorns toch de baas gaat spelen in het koppel koeien en met haar hoorns andere dieren beschadigt. Niels zaagt. Karla legt uit: “Je moet eerst een beginnetje maken en daarna lange halen”. Het gaat supergoed, de koe voelt er weinig van. De hoorn is er af. “Het gat wat erin zit, zijn z’n voorhoofdsholtes, dat is een open verbinding naar de hoorn toe. Dat lijkt nu een groot gat, maar je ziet daar eigenlijk nooit problemen van, en groeit binnen niet al te lange tijd volledig dicht”. Met het onthoornen bij de jonge dieren worden de holtes gelijk afgesloten. Na afloop van het onthoornen worden de wonden ingesprayd. 

Hoorns branden 
En daarna gaan we terug naar de kalveren in de boxen buiten. “Het ziet eruit als een slagveld hè”, zegt Karla als we bij de boxen komen met de verdoofde kalveren. Maar over twee uur zijn ze allemaal weer wakker”.  Alle dieren krijgen nog een verdoving bij de zenuw die naar het hoorntje gaat. Daarnaast krijgen ze een pijnstiller. Bij deze kalveren zijn de hoorns nog niet heel goed zichtbaar en deze worden er afgebrand met een onthoornbout.   

“Bij deze leeftijd is het een gemakkelijke methode”, verklaart Karla. De koe waar de hoorns van gezaagd moesten worden is er destijds tussendoor geglipt. Tegenwoordig wordt er ook steeds meer gebruik gemaakt van stieren die hoornloze kalveren vererven, zodat er helemaal niet hoeft te worden onthoornd.  


Een schitterende koe. 
“Hoe is het met ‘De Parel?”, vraagt Karla aan Niels. Karla vertelt: “afgelopen jaar bestond de fokstudieclub 55 jaar en de winnaar ‘De Parel’ van Sleen e.o. kwam gewoon uit Diphoorn. De koe toonde die dag wel heel mooi en bleek de meest schitterende koe".  

“Het is een prachtig dier. Op de 40% beste koeien wordt gesekst sperma gebruikt, zodat er een vaarskalf van komt. En bij ‘De Parel’ is dat zeker het geval, zodat er wel nakomelingen van komen”, vertelt Niels.  

Leren drinken en dan naar het groepshok 
“De kalveren zijn niet allemaal even groot, maar ze zien er wel goed uit. Geen diarree, mooie gezonde kalveren”, oordeelt Karla. De kalveren staan eerst apart in kalveriglo’s. De eerste 14 dagen is de moeilijkste periode van een kalf. Zolang ze apart zitten kun je goed beoordelen hoeveel ze drinken en of ze goed fit zijn. Na ongeveer 14 dagen gaan ze naar het groepshok.  

“Alle medicijnen die we afgeven of die we gebruiken bij een behandeling moeten geregistreerd worden”, vertelt Karla en alles gaat eens per 14 dagen nog weer naar een centrale databank, zodat de medicijnstroom volledig gecontroleerd is, want ook hier zit een normering aan. Zieke dieren willen we te allen tijde behandelen”, geeft Karla aan, “maar we willen natuurlijk eigenlijk dat ze niet ziek worden, dus we zetten in op preventie!” 

Machtig mooi 
We zijn klaar op de boerderij en rijden weer terug naar de praktijk.  


Op deze ochtendronde niet één ziek dier gezien, maar wel een vluchtige indruk gekregen van een onderdeel van het werk van een dierenarts in de praktijk! Het is misschien niet echt een artikel geworden over een Slener in de Spotlight, maar een (Noord-)Slener in de praktijk… Karla besluit met: “het is een machtig mooi interessant vak in een heel mooi werkgebied met prachtige bedrijven en ik hoop het nog jaren te kunnen volhouden!”.  

Met dank aan Bert en Arjen, Niels en Jessica. En natuurlijk Karla, bedankt! 

Klik hier voor alle foto's.

Tekst: Gienus Woldring 
Foto's: Ton Trompert

Naar archief