Markant horecapand in Sleen verdwenen

Markant horecapand in Sleen verdwenen

In 1937 brandde het horecapand van Henderikus Hoekman in Sleen tot de grond toe af. Het verslag van de brand uit de krant van 25 augustus 1937 luidde: ‘Gisteravond omstreeks negen uur werden de inwoners van ons dorp opgeschrikt door luiden der torenklok en de alarmfluit van de Zuivelfabriek. Het bleek, dat er brand was uitgebroken in het logement van den heer Hoekman. In een oogenblik stond alles in lichter laaie zoodat aan bluschen niet viel te denken. Ook kan van de inboedel zo goed als niets gered worden. De brandweer was spoedig met de spuit ter plaatse, welke onder leiding van den burgemeester, mr. Bontekoe, de belendende perceelen nat hield om uitbreiding te voorkomen, waarin hij slaagde. De vermoedelijke oorzaak van de brand is haverbroei. Het huis was verzekerd bij de Zwolsche Maatschappij en de inboedel bij De Jong en Co’.

Het eerste wat Riekus Hoekman na de brand deed was een houten noodwoning bouwen voor zijn gezin. Zo hadden Riekus, zijn vrouw Albertien en hun nog thuis wonende kinderen in ieder geval weer een dak boven hun hoofd. Direct daarna werd begonnen met de nieuwbouw van zijn zaak. Ondanks de crisis ziet Hoekman nog wel mogelijkheden om weer een nieuw horecapand te bouwen. Niet op de plek van het afgebrande pand, maar op de plek waar jaren eerder de boerderij van Hoekman heeft gestaan, die in 1910 ook door brand werd verwoest.

hoekman2016.jpg

Tramhalte
Het bedrijf van Hoekman lag daardoor nu tegenover de tramhalte van de stoomtram van Hoogeveen naar Nieuw Amsterdam. De tramhalte bezorgde hem behoorlijk veel klandizie. Ook voelde zijn oudste zoon Hendrik er wel voor het bedrijf van zijn vader voort te zetten. In “Het Wapen van Sleen” zoals hij zijn nieuwe zaak noemt, kwamen een café, een feestzaal, enkele hotelkamers en een winkel.

Begin 1938, als de nieuwbouw klaar is, gaat zoon Hendrik, die in 1937 getrouwd was met Lammie Schoo, in de nieuwe zaak wonen. Vader Riekus en zijn vrouw gaan in het naastgelegen huis wonen die zij enkele jaren eerder hadden gekocht. Er braken voor Hendrik en Lammie gelijk al moeilijke tijden aan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten beiden alle zeilen bijzetten om de zaak draaiende te houden. Met een goede taakverdeling lukte dat aardig, Hendrik deed het café en de winkel, terwijl Lammie zich met de hotelzaken en de keuken bemoeide. Na de oorlog volgden enkele verbouwingen en werd de winkel afgestoten.

Als Hendrik de 65 is gepasseerd, verhuurt hij de feestzaal aan Tammo Siegers die er de bar-dancing “Old Dutch” vestigde. Hendrik en Lammie zetten samen het café en het hotel voort. In 1970 was het alweer raak; door een brand werd het zaalgedeelte met de bar-dancing verwoest. Hierna huurt Jelle Belksma het hele horecabedrijf en gaan Hendrik en Lammie een nieuwe woning bouwen op de plek waar zijn ouders eerder hebben gewoond. Vanaf 1989 huren Harm Drijfhout en zijn vrouw Elle het pand. Uiteindelijk verkoopt de familie Hoekman beide panden en de omliggende grond aan bouwbedrijf Buursema uit Erm en bouwbedrijf Geugies uit Sleen.

In 2002 werd alles afgebroken en bouwden beide aannemers een appartementencomplex met winkels en kantoren op de begane grond.

Bron: Coevorden Huis aan Huis (tekst en foto: Herman Woltersom)

Naar archief