Alexander Jongenburger: "Slener in de verte"

Alexander Jongenburger: "Slener in de verte"

Nieuwsgierig naar Noorwegen? Lees het verhaal van Alexander Jongenburger die zes jaar geleden, samen met zijn vrouw Gezien en kinderen verhuisde naar Noorwegen. Hij laat ons weten hoe het leven daar is.

Alexander Jongenburger is zes jaar geleden samen met zijn vrouw Gezien en kinderen naar Noorwegen verhuisd. Eigenlijk uit nieuwsgierigheid want zijn moeder is Noorse en hij wilde wel eens aan den lijve ervaren hoe het zou zijn om in Noorwegen te wonen en te werken.

Echtgenote Gezien gaf het uiteindelijke zetje om daadwerkelijk te verhuizen. Alexander is deze keer Slener in de verte.

Verslaggever Annemarie Elberse nam contact met hem op.

Alex vertelt ...

Mijn naam is Alexander Jongenburger. Ik ben 38 jaar, getrouwd met Gezien. We hebben vier kinderen, drie jongens, Kalle van 10, Melvin van 8, Idar is 7, en dochter Sarah van 2.

We wonen sinds zes jaar in Sviland, zuidwest Noorwegen, vlakbij Stavanger.

Sviland is een klein, door schapenboeren bewoond gebied, vlakbij Sandnes, dat weer net onder de rook van Stavanger ligt.

We wonen in een rood, houten huis met uitzicht over de bergen, waarbij de Noren zeggen dat het geen echte bergen zijn, maar dat negeren we want voor ons, van het vlakke land, zijn het wel degelijk echte bergen.

De mensen van Sviland, en mijn kinderen inmiddels ook, spreken hier hun eigen dialect. Ik kan het niet onderscheiden van het Stavanger dialect maar het schijnt wel echt verschillend schijnt te zijn. In Noorwegen is elke stad, ieder dorp, elke streek en fjord trots op zijn eigen dialect en koestert het. Algemeen beschaafd Noors bestaat niet. Ik spreek een mengelmoesje van al het Noors dat ik in mijn leven op verschillende plaatsen geleerd heb en laatst zei Idar, mijn jongste zoon, dat ik maar weer op cursus moet, want wat er uit mijn mond komt lijkt helemaal nergens naar.
Thuis spreken we overigens ook nog steeds Nederlands. Want mochten wij of de kids ooit naar Nederland terug willen verhuizen dan is de drempel niet te hoog.

Kids


De vier kinderen van Alexander en Gezien


Gezien met dochter Sarah

Als kind van een Noorse moeder wilde ik graag weten hoe het is om als Noor te leven en ik vond een vrouw die gek genoeg was om mee te gaan. Gezien, een Gronings wicht (met een naam die voor de Noren onuitspreekbaar is maar ze doen wel hun best…) was uiteindelijk degene die de laatste push gaf: “Gaan we nog of waren het mooie praatjes Alex?”


Noorwegen bij winter

Toen ben ik gaan solliciteren en kwam terecht bij Statoil, een Noorse producent van olie en aardgas. Ik help ze met het gas te verkopen aan Nederland en België. Nu ben ik dus half-Nederlander in Noorwegen, maar met een Nederlands paspoort, en eigenlijk voel ik me toch nog het meest Nederlander. Het bevalt ons hier best. De jongens zijn al fanatieke voetballers en doen mee met oriëntering, scouting en turnen. Verder maken we graag mooie bergtochten en klussen we veel rond ons huis.

Ik ben in februari 1985 vanuit Winschoten in Sleen komen wonen met mijn Noorse moeder, randstedelijke vader en een halfbloed broertje en zusje. Ik zat op De Fontein op school en ben voetballend actief geweest bij vv Sleen. Ondanks mijn ‘dubieuze’ achtergrond heb ik me al die jaren een Slener gevoeld en eigenlijk voel ik me dat nog steeds.

Sleen

Kan nou niet zeggen dat ik het Drents goed beheerste toen ik in Sleen woonde want ik kreeg het niet van huis uit mee. Maar als ik in de voetbalkantine van vv Sleen ben en de "n" weer probeer in te slikken voel ik me toch wel weer thuis. En in Noorwegen wordt Harm en Roelof ook in de auto gedraaid en als ik mijn versie van de mooiste meid van Sleen vertel – oh Annemarie (een andere Annemarie, red.) – dan koester ik het Sleen waar ik vandaan kom.

Herinneringen aan Sleen zijn toch vooral verbonden met het voetballen, al die jaren in de jeugd met toptrainers als Jan Wiegers, Bert Wiegers, Bert Bartelds en natuurlijk Alle Frijlingh. Mooie jaren met als top de tijd in A1 (alsof er een A2 was) waarin ik voetbalde met Rutger (“Heeling is de Beste!”, lied door hem zelf bedacht), Richard, Johnny, Chris, Harmen, keeper Floor, Mark, Melvin, Robert, Huub Job, Maarten, Rinze, Dolf, waarin de derde helft niet overgeslagen werd met Curry aan de bar en Andre uit de luidsprekers en daarna nog vaak genoeg tijd over om naar de mooie meisjes te kijken die gingen volleyballen. Waar blijft de tijd als nu Johnny Z. al gestopt is als vedette van de Zondag en de talenten van toen Melvin en Jaldert nu de veteranen zijn van Zaterdag 1. Zelf heb ik nooit voor een andere club willen spelen dan voor Sleen maar een uurtje zaalvoetbal met collega’s is nog steeds een van de hoogtepunten van de week.

Ik houd van Holland, om, ....

Ik vermoed niet dat we snel weer terug zullen verhuizen naar Nederland. We hebben in elk geval geen plannen. En zo lang we elk jaar nog op vakantie komen naar Nederland en nog veel bezoek krijgen uit Nederland, houden we het ook wel vol. Onze voorraad Nederlandse kaas, hagelslag en andere on-Noorse basisbehoeften moeten wel aangevuld blijven natuurlijk.

Voor iedereen die geïnteresseerd is in mijn leven in Noorwegen houd ik een blog bij. Zie daarvoor: jongenburger.wordpress.c#46E7AB.

Alexander Jongenburger (i.s.m. verslaggever Annemarie Elberse)

P.S.: Harry, ik vergat Harry, die probeerde corners altijd in een keer in doel te schieten. Als je de opsomming van namen handhaaft van teamgenoten, dan mag Harry niet vergeten worden. En Bertrik, die zat er volgens mij toen ook nog bij ...

Naar archief