Allemaal aan de carbid

Wat heb ik weer genoten op oudjaarsdag, één van de mooiste dagen van het jaar. Het begon met oliebollen bakken, samen met de buurvrouw, en op de achtergrond de Top 2000. Soms zongen we enthousiast mee terwijl we de bruine baksels uit het hete vet haalden. We bakten veel te veel en hadden ook nog een doos van de zangvereniging, dus werd er wat weggegeven, waaronder aan de carbidbusjongens van Noord-Sleen. Zij stonden al vroeg op het veld om het hele dorp te laten weten dat het oude jaar voorbij is. Prachtig. We hadden het druk, want ook wilden we de donderbussen met bougie-ontstekingen van de familie in Westenesch zien, een borrel drinken bij de carbidlocatie bij de boerderij van Koops van de groep van neefje Gerben en vervolgens de glühwein en bonensoep van Wilma proeven bij de carbidbus van Diphoorn. We eindigden de dag steevast in het café van Wielens waar heel Noord-Sleen samenkomt voor een laatste borrel in het oude jaar. Ik ben niet zo van de vaste patronen, maar deze dag helemaal wel. Fantastisch, die tradities.

Dat was altijd al zo, ook vroeger. Regelmatig gaan de gedachten naar onze carbid avonturen met een verfblikje of nog kleiner, zo’n Buismanblikje van de koffie aroma. Gaatje in de bodem boren, beetje carbid erin van smid ome Roelof uit Wachtum, spuug erbij, aansteken, en…..bam.! Daar kon geen vuurpijl of strijker tegenop, zo mooi. De melkbussen werden toen gebruikt voor het vervoer van de melk. Geen haar op ons hoofd die er aan dacht daarmee te gaan knallen.

Hoe mooi is het dat zo’n oude scheikundige techniek langzamerhand tot zo’n grote traditie is ontsproten. Zo groot dat het in 2014 op de lijst Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed terecht is gekomen, een lijst van erkende, waardevol geachte Nederlandse tradities. Geniaal. Net zo geniaal is de serieuze inslag waarmee de organisatie van dit alles wordt opzet en voorbereid: carbid inkopen, melkbussen verzamelen en overige inventaris zoals geluidsinstallaties, catering, vuurkorven, barbecues en onderdak als een keet of tent. Veiligheid staat voorop. De drank komt pas later in de man. De bussen worden stevig vastgezet en soms afgezet met lint, alle knallers dragen gehoorbescherming en de bussen worden ontstoken met een fakkel op een stok. Sommige plaatsen hebben zelfs een carbidacademie en carbiddiploma. De jongens werken gewillig mee aan de regels en zijn de hele dag onder de pannen. Neemt niet weg dat er heel af en toe ongelukken gebeuren, maar ja, dat risico lopen we allemaal. Nog altijd veel minder en met minder erge gevolgen dan met vuurwerk.

De vuurwerkdiscussie laait elk jaar weer op. Maar dit jaar des te meer. Het aantal ongelukken met vuurwerk daalde maar niet, vuurwerkvrije zones werkten niet, en het verschil in knallen tussen legaal en illegaal vuurwerk neemt alsmaar toe.

Carbid valt niet onder het Vuurwerkbesluit. Er is geen wet voor, al kunnen gemeenten wel regels instellen. Zijn we toch maar goed bezig op het platteland, want wie van hele harde knallen houdt, maar toch de wet niet wil overtreden, heeft maar één toevlucht: carbid. Aan die traditie wordt niet getornd! Nooit!

Roelie Lubbers-Hilbrands

Naar archief