Stoofje

We zijn op vakantie in het bergachtige Noord-Portugal. Op weg naar wandelingen en bezienswaardigheden rijden we al een paar dagen langs een wazig pand waar het doordeweeks rond een uur of een ’s middags enorm druk is. Ik wil er lunchen, maar Arnoud denkt dat het een foute bar is. Tegensputterend parkeert hij de auto in het enige stukje berm waar nog plek is. Na binnenkomst bevinden we ons niet in een rokerig hol met dronkaards aan de toog, maar in een goed verlicht en fris eetlokaal. De politie zit er, een paar bouwvakkers, werknemers van naast gelegen bedrijven en wat ouden van dagen. Er is geen kaart, wel een dagschotel. Die heeft zeker een paar uur staan stoven en smaakt heerlijk. Voor wie meer wil is er daarna nog soep en een dessert. Dat is nog eens wat anders dan een paar geplette boterhammen uit een plastic zakje die binnen vijf minuten op zijn. Ter plekke bedenk ik dat ik voor herinvoering van de warme middagmaaltijd ben. Bereid door het lokale dorpsrestaurant natuurlijk. Waar we dus niet uit eten gaan vanwege de gezelligheid of omdat er iets gevierd moet worden, maar waar we gaan eten omdat er gegeten moet worden. De wijn bewaren we wel voor ’s avonds. Dat lijkt me voor de arbeidsproductiviteit in de middag toch beter. De fles Vinho Verde kwam onze bergwandeling in elk geval niet ten goede. En of de lokale politie nog tot een reddingsactie in staat was geweest als het echt mis was gegaan, was ook maar zeer de vraag.

Marjolein Kleine

Naar archief